Unidad 3 PA: Oefenmateriaal ter voorbereiding pw

Repaso unidad 3
Doel: Belangrijke stof herhalen voor de toets, zodat je goed voorbereid bent
Objetivo: Repasar lo más importante para la prueba, para que estés bien preparad@
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Repaso unidad 3
Doel: Belangrijke stof herhalen voor de toets, zodat je goed voorbereid bent
Objetivo: Repasar lo más importante para la prueba, para que estés bien preparad@

Slide 1 - Tekstslide

Empezamos con el primer tema gramatical: los verbos reflexivos

Slide 2 - Tekstslide

Verbos reflexivos/ wederkerende ww: geef voorbeelden!

Slide 3 - Woordweb

Completa con el presente:
Pablo y Juan ....................... (afeitarse) por la mañana
A
le afeita
B
se afeita
C
les afeitan
D
se afeitan

Slide 4 - Quizvraag

Completa con el presente:
Cristina, ¿ ................. (acostarse) temprano?
A
tú acostas
B
te acostas
C
te acuestas
D
tú acuestas

Slide 5 - Quizvraag

Completa en el perfecto:
Mis abuelos .......... (vestirse) para caminar en el bosque.

Slide 6 - Open vraag

Completa en el perfecto:
Yo ........... (desperstarse) a las seis.

Slide 7 - Open vraag

Los verbos reflexivos los entiendo……..
A
Muy bien
B
Bien
C
Regular
D
Mal

Slide 8 - Quizvraag

El presente         verbos reflexivos

Slide 9 - Tekstslide

Pretérito perfecto y verbos reflexivos

Slide 10 - Tekstslide

Continuamos con el segundo tema gramatical: el subjuntivo

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de subjuntivo?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Completa con el subjuntivo:
Prefiero que tú..... (hablar) más despacio.
A
hablas
B
hables
C
hablus
D
hablis

Slide 15 - Quizvraag

Completa con el subjuntivo:
Os aconsejamos que ......... (dormir)
A
dorméis
B
duerméis
C
dormáis
D
duermáis

Slide 16 - Quizvraag

poder - él - subjuntivo

Slide 17 - Open vraag

tener - vosotros - subjuntivo

Slide 18 - Open vraag

Continuamos con el tercer tema gramatical: el gerundio

Slide 19 - Tekstslide

Wat drukt de gerundio uit?

Slide 20 - Woordweb

Kahoot

Slide 21 - Tekstslide

Denk aan de combinaties seguir/ llevar/ ir + gerundio!

Slide 22 - Tekstslide

Traduce...
Hij is aan het studeren.

Slide 23 - Open vraag

Traduce...
Ben je nog steeds aan het slapen?

Slide 24 - Open vraag

Traduce...
Ik ben sinds (al) drie weken gezond aan het eten.

Slide 25 - Open vraag

¿Qué están haciendo?

Slide 26 - Open vraag

Y terminamos con algunas palabras y frases para traducir...

Slide 27 - Tekstslide

¿Qué significa...?
adaptarse a

Slide 28 - Open vraag

¿Qué significa...?
la garganta

Slide 29 - Open vraag

¿Qué significa...?
la suerte

Slide 30 - Open vraag

Het is nodig jezelf haalbare doelen te stellen =
A
Es importante que fijas objetivos razonables
B
Es necesario que fijes objetivos razonables
C
Es importante que fijes objetivos razonables
D
Es necesario que fijas objetivos razonables

Slide 31 - Quizvraag

Een nadeel van vitaminepillen slikken....=
A
Una desventaja de tomar complementos de vitaminas
B
Una ventaja de comer complementos de vitaminas
C
Una desventaja de comer complementos de vitaminas
D
Una desventaja de eliminar complementos de vitaminas

Slide 32 - Quizvraag

Je moet stoppen met...

Slide 33 - Open vraag

Hay que tener en cuenta...=

Slide 34 - Open vraag

Ik ga morgen (prueba) voor een ...
A
Ik ga eerst maar eens beginnen met leren.
B
Ik hoop dat er een voldoende in zit.
C
Ik denk dat ik er wel klaar voor ben.
D
Ik ga zeker weten knallen, hier met die 8 of hoger!

Slide 35 - Quizvraag

¡y mucha suerte mañana!

Slide 36 - Tekstslide