Word order & beleefdheidsvormen

English
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English

Slide 1 - Tekstslide

Word order.
DUTCH
Mijn vrienden willen vanavond naar een Italiaans restaurant gaan.

ENGLISH
My friends want to go to an Italian restaurant tonight.






Slide 2 - Tekstslide

Word order:
In het Nederlands ziet een standaard zin er zo uit:
onderwerp (wie) - werkw. (doet) - tijd (wanneer) - plaats (waar) -  werkw. (wat)

In het Engels ziet een standaard zin er zo uit:
Subject (wie) - Verbs (doet) - Object (wat) - Place (waar) - Time (wanneer)

keep in mind: wie, doet, wat, waar, wanneer

Slide 3 - Tekstslide

Word Order - wat is de juiste volgorde van de zinsdelen?
WIE
DOET
WAT
WAAR
WANNEER

Slide 4 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
I
last week
a blue shirt
in the shop
bought

Slide 5 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
Carolyn
right now
her dog
in the park
is walking

Slide 6 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
James
tomorrow
Jan a book
at school
will give

Slide 7 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
Pat and Jo
last year
on a trip
to Spain
have been

Slide 8 - Sleepvraag

wie
bijwoord
doet
wat
waar
wanneer
Word Order: bijwoord
They
on Friday
fish
at home
eat
always

Slide 9 - Sleepvraag

Nette vraagzinnen/verzoeken
should = zou moeten 
 advies                                                       You should offer a solution for the customer.
 Suggestie                                                 You should try that new restaurant. It is really good! 

could = zou kunnen
 beleefde vraag                                        Could you contact the customer for me, please?
 suggestie                                                  You could call our manager.

would = zou
 Beleefd aanbod                                      Would you like a cup of coffee?  
 mogelijkheid                                          I would handle the complaint if I wasn't sick.








Slide 10 - Tekstslide

Nette vraagzinnen/verzoeken
Je zag in de vorige slide dat deze woorden invloed hebben op de zinsbouw. In een bevestigende zin zet je het hulpwerkwoord achter de persoonsvorm.

You should contact the customer.

Bij een vraagzin zet je het hulpwerkwoord voor de persoonsvorm.

Could you contact the customer, please?











Slide 11 - Tekstslide