9.5 spelen met weerstanden

huiswerk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

huiswerk

Slide 1 - Tekstslide


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vervangingsweerstand
Wanneer er meerdere weerstanden in een schakeling aanwezig zijn is het handig om de totale weerstand te kunnen berekenen. 


Dit gaat bij serie- en parallelschakelingen 
op een verschillende manier.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag
maken 4 t/m 10

paragraaf 9.5

Slide 19 - Tekstslide

sensor
Wat doet een sensor?

Sensor 'voelt'
Sensor = reageert op signalen uit de omgeving

Bijvoorbeeld: een thermometer, NTC, LDR

Slide 20 - Tekstslide

LDR - Light Dependent Resistant

  • Lichtgevoelige weerstand.
  • Hoe meer licht op de LDR valt, des te lager de weerstand.
  • Buitenlampen of camera met flitser

Slide 21 - Tekstslide

NTC - negative temperature coefficient

Een NTC is gevoelig voor veranderingen in de temperatuur. Als de temperatuur omhoog gaat, gaat de weerstand omlaag.
Wordt gebruikt in computers om 
oververhitting tegen te gaan.

Slide 22 - Tekstslide

NTC

Negative Temp. Coëfficiënt

Reageert op temperatuur

Temperatuur omhoog
Weerstand omlaag
LDR

Light Dependent Resistant

Reageert op licht

Licht omhoog
Weerstand omlaag

Slide 23 - Tekstslide

Waarop reageert een NTC
A
op licht, hoe meer licht des te lager is de weerstand
B
op licht, hoe minder licht des te lager is de weerstand
C
op temperatuur, hoe hoger de temperatuur hoe lager de weerstand
D
op temperatuur, hoe lager de temperatuur hoe hoger de weerstand

Slide 24 - Quizvraag

Waarop reageert een LDR
A
op licht, hoe meer licht hoe lager de weerstand
B
op licht, hoe minder licht hoe lager de weerstand
C
op temperatuur, bij een hogere temperatuur is de weerstand lager
D
op temperatuur, bij een lagere temperatuur is de weerstand hoger

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent LDR
A
Licht Door Resistent
B
Light Dependant Resistor
C
Ligt Daar te Rusten
D
Langs De Regenboog

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent NTC
A
Niet te concentreren
B
Nader te communiceren
C
Negatief te communiceren
D
Negatieve Temperatuur Coëfficiënt

Slide 27 - Quizvraag

Als er licht schijnt op een NTC wat gebeurt er dan
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 28 - Quizvraag

Als de temperatuur toeneemt bij een NTC wat gebeurt er dan?
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 29 - Quizvraag

Als er licht schijnt op een LDR wat gebeurt er dan
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 30 - Quizvraag