In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1 Rekenen & H2 Verbanden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen H1
Kunnen rekenen met een verhoudingstabel.
Kruiselings kunnen vermenigvuldigen.
Breuken kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Breuken omreken naar decimale getallen.
Een deel van een hoeveelheid kunnen berekenen.
Met procenten kunnen rekenen.
Gemiddelde snelheid kunnen berekenen.
Grote/kleine getallen kunnen opschrijven in de standaardvorm.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen H2
Een formule bij een lineair verband kunnen opstellen.
Een lineaire vergelijking kunnen oplossen met de balansmethode.
Een variabele kunnen uitdrukken in een andere variabele.
Een variabele kunnen vervangen door een andere formule (substitueren).
Een recht evenredig en een omgekeerd evenredig verband kunnen herkennen.
De coördinaten van de top van een grafiek kunnen berekenen.
De verschillende vormen van stijgen en dalen kunnen opnoemen en herkennen.
Een vergelijking met de rekenmachine kunnen oplossen.
Een ongelijkheid kunnen oplossen.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld 1 (H1) Rick won in 2018 de marathon in een tijd van 2 : 05 : 43. Een marathon is 42 km en 195 m lang. Bereken zijn gemiddelde snelheid in km per uur. Rond af op één decimaal.
Slide 4 - Open vraag
Voorbeeld 2 (H1) Schrijf 0,006 als breuk.
Slide 5 - Open vraag
Voorbeeld 3 (H1) 2,37% prijsverhoging op een TV van €419,- Bereken de nieuwe prijs.
Slide 6 - Open vraag
Voorbeeld 4 (H1) Zet in de standaardvorm. 0,006575
Slide 7 - Open vraag
Voorbeeld 5 (H1) Bereken en zet in de standaardvorm.
43000⋅10−7
Slide 8 - Open vraag
Voorbeeld 6 (H2) Stel een lineaire formule op bij de lijn die door de punten G(-10, 1) en H (-2, 25) gaat.
Slide 9 - Open vraag
Voorbeeld 7 (H2) Los de vergelijking op.
2(3+4x)=−7(x+2)
Slide 10 - Open vraag
Voorbeeld 8 (H2) Herleid de formules waarbij je w uitdrukt in a.
a−3w=−4(2a+9)
Slide 11 - Open vraag
Voorbeeld 9 (H2) Substitueer formule B in formule A. en
A:r=18−x
B:x=16+3m
Slide 12 - Open vraag
Voorbeeld 10 (H2) Bereken met de grafische rekenmachine de coördinaten van het snijpunt van de grafieken. en