§3.1 Armoede in de 19de eeuw

Hoofdstuk 3: Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in Nederland 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

A Oorzaken van Armoede
  • Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19de eeuw in armoede leefden. 

Slide 2 - Tekstslide

A Oorzaken van armoede
Op het platteland
Op het platteland werken veel mensen als landarbeider
  • Geen eigen land, maar werken op het land van grote boeren
  • -->ze moesten hard werken voor weinig loon.
Anderen waren ambachtsman
  • Zij waren vaak ook arm en konden niet concurreren met fabrieken.

  • --> In loop van 19de eeuw neemt urbanisatie toe (trek van platteland naar de stad)

Slide 3 - Tekstslide

§3.1 Armoede in de 19de eeuw

Slide 4 - Tekstslide

A Oorzaken van armoede
In de stad
In grote steden leefden vooral de arbeiders in armoede
  • De werkomstandigheden in fabrieken waren slecht
  • Woonomstandigheden waren slecht
  • Weinig kennis over gezondheid.
  • Er was een groep mensen die niet kon werken  zieken, gehandicapten en ouderen --> zij hadden geen inkomsten (er was geen uitkering)

Slide 5 - Tekstslide

B Wat deden parlement en regering?

Je kunt uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

B Wat deden parlement en regering?
Armenzorg 
  • In midden van 19de eeuw nog geen sociale wetten. Enige uitzondering: armenwet -->vanaf 1854, hierin stond dat alleen armen die niet door familie of de kerk werden geholpen, hulp kregen. 
  • --> ze kregen gratis eten of hoefden geen huur te betalen (geld kwam uit armenfonds)
  • Veel mensen werden geholpen door liefdadigheid --> rijke mensen, de kerk of andere organisaties geven hulp aan arme mensen

Slide 8 - Tekstslide

C Veranderingen in de armenzorg

Je kunt uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden.

Slide 9 - Tekstslide

C Veranderingen in de armenzorg
Arbeiders in actie
  • Doordat arbeiders geen kiesrecht hadden probeerden ze zelf hun omstandigheden te verbeteren ==> ze richtten vakbonden op
  • Verenigingen van mensen met hetzelfde beroep die opkwamen voor de rechten van arbeiders
  • Arbeiders demonstreerden ook voor invoering algemeen kiesrecht

Slide 10 - Tekstslide

C Veranderingen in de armenzorg
Steun voor sociale wetten
1874: kinderwetje van van Houten
  • Kinderen onder 12 jaar mochten niet meer in fabrieken werken.
  • Kinderarbeid toegestaan in werkplaatsen en in de landbouw.
==> er was echter weinig controle op de wet

Slide 11 - Tekstslide

C Veranderingen in de armenzorg
Meer wetten en maatregelen
Vanaf 1900 meer sociale wetten:
  • Leerplichtwet (1901): kinderen van 6 tot 12 moesten naar school
  • Ongevallenwet (1901): arbeider kregen een kleine uitkering als ze door een fabrieksongeval niet meer konden werken
  • Woningwet (1901): hierin stonden voorschriften voor nieuwe woningen.
  • Alle huizen kregen een kraan en een wc
  • Gemeenten begonnen met de aanleg van riolering en waterleidingen  hierdoor verdwenen veel besmettelijke ziekten.
  • Vanaf 1917: algemeen kiesrecht voor mannen
  • Vanaf 1919: ook vrouwen krijgen algemeen kiesrecht


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waterput waarmee water voor een hele wijk uit het grondwater wordt gehaald.
Grondwater werd vaak gebruikt als drinkwater.
Door een kapotte riolering kunnen uitwerpselen bij het drinkwater komen.
Uitwerpselen die besmet zijn (bijvoorbeeld met cholera) komen in het grondwater terecht.
Arbeiderswijk

Slide 14 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 15 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag