3B3: Onderwerp, hoofdgedachte en argumenten omzetten naar schrijfplan 26-01-2021

Welkom
Welkom
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
Zet je camera aan.  
Iets vragen? Gebruik het handje.
Onderwerp: schrijfplan voor betoog maken!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
1. Schrijfplan maken met:
mening, standpunt en argumenten; 
2. Tekst lezen en herkennen: wat is het...
onderwerp en de hoofdgedachte? Wat zijn de argumenten? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het lesdoel?  
1. Weten hoe je een schrijfplan maakt met:
het onderwerp, de hoofdgedachte en argumenten. 

Slide 4 - Tekstslide

Bekend, benieuwd, bewaard?

Slide 5 - Tekstslide

Bekend: wat weet ik al over argumenten?

Slide 6 - Open vraag

Benieuwd: wat wil ik weten over argumenten?

Slide 7 - Open vraag

Bewaard: wat weet ik nog van argumenten?

Slide 8 - Open vraag

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld? 

Slide 9 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er niets van zeggen.

Slide 15 - Quizvraag

Basisopzet van betoog

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht: maak zelf een opzet 
Lees de eerste bladzijde van deze tekst 2 op Classroom: 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: maak zelf een opzet 
Stap 1: schrijf het onderwerp 
en de hoofdgedachte op. 
Stap 2: schrijf drie argumenten in de tekst op. 

TIJD: 15 MINUTEN... SUCCES!
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht: hoe ging het?  
Vraag 1: wat had jij als onderwerp en hoofdgedachte?  
Vraag 2: welke argumenten heb je opgeschreven?  


Slide 19 - Tekstslide

Vraag 1: Wat heb jij als onderwerp opgeschreven?

Slide 20 - Open vraag

Vraag 2: wat heb jij als hoofdgedachte opgeschreven?

Slide 21 - Open vraag

Vraag 3: welke argumenten heb je opgeschreven?

Slide 22 - Open vraag

Vond je deze opdracht moeilijk of gemakkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Wat vond je moeilijk aan de opdracht?

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk voor volgende week: 
Stap 1. lees de tekst die we hebben behandeld nu helemaal. 
Stap 2. schrijf naast het onderwerp en de hoofdgedachte, ALLE  argumenten, voorbeelden en feiten op. 
Stap 3. Gemakkelijk? Maak zelf een schrijfplan!
 
KIJK OP CLASSROOM VOOR HET HUISWERK EN HULPMIDDELEN!

Slide 25 - Tekstslide

Onderwerpen volgende week: 
Inleiding schrijven
Slot schrijven
Titel en tussenkopjes

Slide 26 - Tekstslide