short answers

Short Answers
short answer
short answer
short answer
short answer
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Short Answers
short answer
short answer
short answer
short answer

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

Ik kan uitleggen waarom we short answers gebruiken.

Ik kan short answers maken met to be.

Ik kan short answers maken met hulpwerkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe weet ik of ik een positief of negatief short answer moet geven?

Meestal wordt er aangegeven met +  dat je short answer positief moet zijn en met - dat het negatief moet zijn.

Zo niet? Dan zijn er aanwijzingen om het antwoord heen die verklappen dat het enige logische antwoord positief of negatief moet zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Let's do this!

Here are ten questions to which you have to give a short answer.

Vergeet de hoofdletters, komma's en punten niet!

Slide 8 - Tekstslide


Question: Does she know the recipe?
Answer : ...(+)....

Slide 9 - Open vraag


Question: Was Kate hungry?
Answer: ...(+)...

Slide 10 - Open vraag


Question: Could they call me ?
Answer: ...(-)...

Slide 11 - Open vraag


Question: Have Mark and Sara been to London?
Answer: ...(-)...

Slide 12 - Open vraag


Question: Were you asleep at 3 a.m.?
Answer: .... I brought my sister to the airport.

Slide 13 - Open vraag


Question: Was Mehmet tired?
Answer: ... But he isn't now.

Slide 14 - Open vraag


Question: Must Tom and I really go?
Answer: ... If you promise to tell her you're staying.

Slide 15 - Open vraag


Question: Will Harry be in Paris tomorrow?
Answer: ... He will be in London.

Slide 16 - Open vraag


Question: Are you always this clever?
Answer: ... I always know the right answer!

Slide 17 - Open vraag

Those were the exercises!

Slide 18 - Tekstslide