Het Strafproces: Van Aangifte tot Uitspraak

Het Strafproces: Van Aangifte tot Uitspraak

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je het strafproces uitleggen en uit een video opmaken welk strafbaar feit er begaan is.

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze te begrijpen.

Wat weet je al over het strafproces?

Wat is het strafproces?

Het strafproces is de procedure die wordt gevolgd als iemand verdacht wordt van een strafbaar feit.

Leg uit wat het strafproces is en waarom het belangrijk is om te begrijpen hoe het werkt.

Stappen in het strafproces

1. Aangifte
2. Onderzoek
3. Verhoor
4. Dagvaarding
5. Rechtszaak
6. Uitspraak

Beschrijf de stappen in het strafproces en leg uit wat er gebeurt tijdens elk van deze stappen.

Aangifte

Een persoon doet aangifte bij de politie als hij of zij slachtoffer is van een strafbaar feit.

Leg uit wat aangifte is en waarom het belangrijk is om dit te doen als je slachtoffer bent van een strafbaar feit.

Onderzoek

De politie onderzoekt het strafbare feit en verzamelt bewijsmateriaal.

Leg uit wat er gebeurt tijdens het onderzoek en waarom het belangrijk is om bewijsmateriaal te verzamelen.

Verhoor

De verdachte wordt verhoord door de politie om meer informatie te krijgen over het strafbare feit.

Leg uit wat er gebeurt tijdens een verhoor en waarom het belangrijk is om de verdachte te verhoren.

Dagvaarding

Als er genoeg bewijs is verzameld, kan de verdachte worden gedagvaard om voor de rechter te verschijnen.

Leg uit wat een dagvaarding is en waarom het belangrijk is om de verdachte voor de rechter te laten verschijnen.

Rechtszaak

Tijdens de rechtszaak wordt het bewijsmateriaal gepresenteerd en worden getuigen gehoord.

Leg uit wat er gebeurt tijdens een rechtszaak en waarom het belangrijk is om getuigen te horen en bewijsmateriaal te presenteren.

Uitspraak

De rechter doet uitspraak over de schuld van de verdachte en de straf die daarbij hoort.

Leg uit wat er gebeurt tijdens de uitspraak en waarom het belangrijk is om een straf op te leggen aan de verdachte.

Video

Bekijk de video en maak aantekeningen over het strafbare feit dat is begaan.

Laat de video zien en laat de leerlingen aantekeningen maken over het strafbare feit dat is begaan.

Bespreking Video

Besprek de video en laat de leerlingen vertellen welk strafbaar feit er is begaan.

Bespreek de video en laat de leerlingen vertellen welk strafbaar feit er is begaan. Vraag daarbij waarom ze tot die conclusie zijn gekomen.

Strafbare Feiten

Voorbeelden van strafbare feiten zijn: diefstal, mishandeling, fraude, moord, en verkrachting.

Geef voorbeelden van strafbare feiten en waarom ze strafbaar zijn.

Onschuldig tot het tegendeel is bewezen

In het Nederlandse strafrecht geldt het principe van 'onschuldig tot het tegendeel is bewezen'.

Leg uit wat het principe van 'onschuldig tot het tegendeel is bewezen' inhoudt en waarom het belangrijk is om dit principe te hanteren.

Straffen

Voorbeelden van straffen zijn: gevangenisstraf, taakstraf, boete, en voorwaardelijke straf.

Beschrijf de verschillende soorten straffen en waarom ze worden opgelegd.

Rechten van de Verdachte

Voorbeelden van rechten van de verdachte zijn: zwijgrecht, recht op een advocaat, en recht op een eerlijk proces.

Leg uit wat de rechten van de verdachte zijn en waarom het belangrijk is dat deze rechten worden gerespecteerd.

Burgerarrest

Een burgerarrest is het aanhouden van een verdachte door een burger.

Leg uit wat een burgerarrest is en waarom het belangrijk is om dit alleen in bepaalde situaties te doen.

Einde Les

Dit is het einde van de les. Bedankt voor jullie aandacht!

Rond de les af en herhaal de leerdoelen van de les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.