10.4 De iris en de ooglens

10.4 De iris en de ooglens
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.4 De iris en de ooglens

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Gezichtszintuigen 
Gehoorzintuigen
Evenwichtszintuigen
Reukzintuigen
Tastzintuigen
Licht
Geluid
Zwaartekracht
Geur
Aanraking

Slide 3 - Sleepvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 4 - Quizvraag


Hiernaast zie je de doorsnede van het menselijk oog.
Alle onderdelen zijn genummerd. Welk nummer is de pupil?

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

In welk onderdeel van het oog zitten zintuigcellen?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel:
11.4.1 Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
11.4.2 Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Pupilreflex: regelt het aantal licht dat op je zintuigcellen valt. Beschermt zintuigcellen.
kringspieren lopen rondom de pupil: pupil wordt klein
lengtespieren: pupil wordt groot.

Slide 9 - Tekstslide

Pupilreflex
Kringspieren trekken zich samen: pupil wordt kleiner.
  
Lengtespieren trekken zich samen: pupil wordt groter

Slide 10 - Tekstslide

Zien
Als je ergens naar kijkt ontstaat er een omgekeerd en verkleind beeld op je netvlies. De gezichtscentra in je hersenen maken hier weer een 'normaal' beeld van. 

Slide 11 - Tekstslide

Scherp zien
Lichtstralen die je ogen binnenvallen, worden gebroken: ze worden in een andere richting gebogen. De lichtbreking in een oog gebeurt vooral door het hoornvlies en de ooglens. Je ooglenzen zijn bolle lenzen. Bolle of positieve lenzen buigen lichtstralen naar elkaar toe.
Een lens in bijvoorbeeld een vergrootglas heeft altijd dezelfde vorm. Maar de lens van je oog is elastisch en kan platter en boller worden. Hierdoor kun je steeds scherp zien.

Slide 12 - Tekstslide

Veraf en dichtbij
De lens hangt met lensbandjes aan de kringspieren. Als de kringspieren zich samentrekken verandert de lens van vorm.

Ontspannen kringspieren - lens wordt uitgerekt (minder bol). Ver kijken.

Samengetrokken kringspieren- lens wordt boller. Dichtbij kijken.
Het aanpassen van je ooglens aan de afstand noemen we accomoderen

Slide 13 - Tekstslide

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Ontspannen
Lensbandjes
Strak
Lensen
Plat
Ogen zijn
Rusttoetstand
Veraf zien:

Slide 14 - Tekstslide

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Samengetrokken
Lensbandjes
Minder strak
Lensen
Boller
Ogen zijn
Geaccomodeerd
Bij het zien van dichtbij:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan het werk! Biologie
Wat? 10.4  De iris en de ooglens - opdrachten 1 t/m 10


Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide