betekenis woorden les spelling 80/81

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

woordenschat

verbetering= verandering ten goede

Er kwam geen verbetering in de toestand van de patiënt. Zij knapte niet op.

Ahmed haalde eerst een 4 op de toets en nu een 7.  Dat is een hele verbetering

geheimzinnig = niet te verklaren, je snapt het niet zo goed.

Door de donkere kleding had de jongen een geheimzinnig uiterlijk.

Hij kreeg een geheimzinnig telefoontje van iemand die hij niet kende.

het commentaar = uitleg of  zeggen wat je er van vindt.

De verslaggever gaf commentaar bij de wedstrijd.  Hij vertelde wat er gebeurde.

Mijn oma heeft altijd commentaar op mij kleding.

gehinnik = geluid van een paard

Het paard hinnikte van blijdschap omdat hij in de wei was.

Het meisje moest heel hard lachen. Het klonk bijna als het hinniken van een paard

gerommel = geluid van de donder na de bliksem

gerommel = er een troep van maken

Bij het onweer hoor je ook het gerommel van de donder in de verte.

Hou nou eens op met dat gerommel. Het is hier al zo'n rotzooi.

geklater = aanhouden geluid van stromend water

Het geklater van het water is een rustgevend geluid.

Ik kan uren naar het geklater van water luisteren.

onmogelijk = iets dat niet kan

Het is onmogelijk om een olifant over een touw te laten lopen.

Het is onmogelijk om vanavond af te spreken, want het weer is te slecht.

Er kwam geen .......................... in de toestand van de patiënt. Zij knapte niet op.

1. verbetering
2. verandering

Door de donkere zonnebril had de agent een ...........................uiterlijk. Je kon niet zien wie hij was.

1. cool
2. geheimzinnig
3. onbekend
4. duidelijk

De verslaggever gaf ............................. over de gebeurtenis. Hij vertelde wat er gebeurde.

1. vertellen
2. verbetering
3. informatie
4. commentaar

welke geluid maken paarden

1. blaffen
2. blaten
3. hinniken
4. miauwen

Het is ..............................om vanavond af te spreken, want het weer is te slecht.

1. gemakkelijk
2. onmogelijk
3. regenachtig
4. nattigheid

Ik ben bang voor het ......................... van onweer. Niet voor de flitsen.

1. bliksem
2. gerommel
3. lawaai
4. geluid

Het ........................van het water is een rustgevend geluid.

1. gerommel
2. geklater
3. geluid
4. gezoem

o

oo

a

aa

e

ee

i

bel....ning

bew ....king

broodr.....ster

bez...tting

l....raar

......nwezig

probl......m

het geluid van eenpaard =

het geluid van water bij een beekje =

de jongen gedroeg zich heel .....................?