Herhaling uiterlijk + familie/vrienden

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling uiterlijk + familie/vrienden

Programme

- Herhaling van vocabulaire A+B

- Herhaling van de passé composé

- Beschrijven van een persoon

Vocabulaire A+B   Page 40

Overhoor elkaar....

Passé Composé

Wat weet je nog?

Page 24 : 17 e,f,g 

Vul de voltooide tijd in ....

Tu _______   _____________(nager) ?

Elle _________   ________________ (regarder) la télé.

Nous __________   _____________ (fêter) notre anniversaire.

Manon et Lucas _________   ______________ (chanter).

J'________  _______________ un cadeau. (donner)

Combinez les couleurs

Combinez les couleurs

jaune

bleu

noir

gris

rouge

vert

blanc/blanche

rose

brun /
marron

Ik heb groene ogen.

1. Elle a les yeux marron.
2. Elle a les yeux verts.
3. Tu as les yeux verts.
4. J'ai les yeux verts.

Hoe zeg je ...
Hij heeft blauwe ogen.

Hoe zeg je ..
Ik heb bruine ogen.

Elle a des cheveux bruns.

Elle a les cheveux blonds. 

Elle a les cheveux noirs.

Elle a les cheveux bruns

Elle a les cheveux roux. 

Décrire toi-même + un(e) ami(e)

Exercice 1: présente-toi à ton voisin/ta voisine. (parler)

- Zeg hoe je heet.

- Zeg hoe oud je bent. + Waar je woont.

- Zeg welke kleur haar je hebt en welke kleur ogen je hebt.

Exercice 2: présente ton ami / ton amie

- Schrijf op hoe je vriend/vriendin heet.

- Schrijf op hoe oud hij/zij is en waar hij/zij woont.

- Zeg welke kleur haar hij/zij heeft en welke kleur ogen.

Une conversation entre amis

Fais exercice 4 

Traduis (vertaal) les mots d'exercice 5a

Au travail - in stilte

Fais les exercices:

5b

6a + 6b + 6c

7a + 7b

Fini ? Woordjes A leren! (slim stampen / quizlet / uit boek)