In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak : Wiskunde
Onderdeel: Inhaal SO 4.1 tot en met 4.3
Slide 1 - Tekstslide
Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.
timer
1:00
Slide 2 - Sleepvraag
Bereken de omtrek
A
35 m
B
70 m
C
70 cm
D
35 cm
Slide 3 - Quizvraag
Bereken de omtrek in meters!
A
12 cm
B
0,16 m
C
16 cm
D
12 m
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de omtrek van een driehoek met zijden van 13 cm, 12 cm en 6 cm
Slide 5 - Open vraag
Bereken de omtrek van een vierkant met zijden van 8 dm
Slide 6 - Open vraag
Koppel aan de juiste afkorting
centimeter
meter
hectometer
decimeter
decameter
millimeter
kilometer
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 7 - Sleepvraag
Zet op volgorde van klein naar groot
1 dm
1 cm
1 km
1 hm
1 mm
1 m
1 dam
Slide 8 - Sleepvraag
Welke lengte eenheden missen in dit rijtje? km - ... - dam - m - dm - ... - mm
A
hm - dm
B
cm - mm
C
hm - cm
D
hm - mm
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel meter zit er in een kilometer?
A
10
B
20
C
1000
D
200
Slide 10 - Quizvraag
2,4 m ... mm
Slide 11 - Open vraag
7800 dm = ... km
Slide 12 - Open vraag
Geef een ander woord voor m².
A
hectare
B
are
C
centiare
D
kubus
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor dam2
A
are
B
hectare
C
centiare
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor hectare?
A
are
B
vierkante hectometer
C
centiare
D
hectometer
Slide 15 - Quizvraag
100 mm2 = .... cm2
A
10 cm2
B
0,01 cm2
C
1 cm2
D
0,1 cm2
Slide 16 - Quizvraag
0,8 dm² = ... cm²
A
0,8 cm2
B
8 cm2
C
80cm2
D
800cm2
Slide 17 - Quizvraag
5500 ca = ... ha
A
0,55 ha
B
55 ha
C
55 000 000 ha
D
0,000055 ha
Slide 18 - Quizvraag
0,2 km² = ... m²
A
0,2 m2
B
200 m2
C
20 000 m2
D
200 000 m2
Slide 19 - Quizvraag
We meten de lengte of afstand ergens van met lengtematen. Bij welke letter staan Lengtematen?
A
Kilogram, gram
B
Uren, minuten, seconden
C
Liter
D
Kilometer, meter, centimeter
Slide 20 - Quizvraag
Teken de punten A(2, 3), B(5, 1) en C(2, 6) in een assenstelsel en teken driehoek ABC. Maak een foto en lever hier in.
Slide 21 - Open vraag
Hoe spreek je het dit uit , m² ?
Slide 22 - Open vraag
Pauline heeft een schilderij. Het schilderij is 45 cm lang en 30 cm breed. Pauline wil een lijst maken voor het schilderij. Hoeveel meter lijst heeft Pauline nodig? Denk aan je berekening.
Slide 23 - Open vraag
Een bed heeft de lengte van ongeveer 2 ........
A
km (= kilometer)
B
m (= meter)
C
cm (= centimeter)
Slide 24 - Quizvraag
Een tafel heeft een hoogte van ongeveer 80
A
km
B
m
C
cm
Slide 25 - Quizvraag
De afstand tussen Amsterdam en Maastricht is ongeveer 220