- Je begint met het bestuderen van de vormgeving: compositie, standpunt, belichting, contrast, kleur, sfeer, enscenering.
= fotografische laag
- Dan bestudeer je de voorstelling: het verhaal en de emoties die uitgedrukt of opgeroepen worden.
= narratieve laag
- Beide lagen samen zorgen voor de betekenis.
= symbolische laag