Verschillende stromingen binnen het jodendom
Binnen het jodendom zijn er drie groepen: orthodoxe joden, liberale joden en niet-religieuze joden. Orthodoxe joden geloven veelal dat de Thora letterlijk komt van JHWH. Ze vinden het belangrijk om trouw te zijn aan de Thora. Orthodoxe joden houden zich strikt aan de regels die in de Thora staan. Ze eten geen varkensvlees, werken niet op de sabbat en gaan regelmatig naar de synagoge. De mannen hebben baarden, dragen zwarte kleren en een hoed. In de ogen van orthodoxe joden is iemands joods als zijn/haar moeder joods is. Iemand kan ook joods worden door bekering.
Liberale joden wijzen het idee van de hand dat de Thora letterlijk van JHWH komt af. Ze menen dat de Thora door JHWH is geïnspireerd, maar door mensen is geschreven. Voor liberale joden zijn niet de precieze leefregels van belang. Het gaat vooral om de waarden die in de Thora een belangrijke rol spelen, zoals liefde voor JHWH, naastenliefde en rechtvaardigheid. Deze waarden kunnen ook nu nog een leidraad vormen voor het menselijk handelen. Met andere woorden: de Thora vormt een bron van ethische inspiratie voor de liberale joden.
Niet-religieuze joden zijn mensen die wel tot de joodse bevolkingsgroep behoren, maar niets (meer) met hun geloof doen Ze leven niet (meer) volgens de joodse leefregels en ze geloven niet (meer) in JHWH. Niet-religieuze joden zijn ‘joods’ omdat ze een joodse moeder hebben.