Je moet van alles wat af weten; techniek, inhoud, strategie, doelgroepen, projectplanning en ontwerp
Je hoeft niet alles te weten maar een goede algemene kennis is de basis
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een website?
Een website bestaat uit pagina's met tekst en afbeeldingen die aan elkaar gelinkt zijn, zoals de website www.nu.nl
Slide 4 - Tekstslide
Hoe bekijk je een website?
Een website kan je bekijken met behulp van een internetbrowser, zoals
Google Chrome.
Slide 5 - Tekstslide
Oke, maar hoe werkt dat dan?
Slide 6 - Tekstslide
Domeinnamen en DNS
Domeinnamen zijn makkelijker te
onthouden dan IP-adressen.
DNS (Domain Name Service) vertaalt domein naar IP-adres
Top level domains van landen (.nl, .be, .eu, etc.)
Top level domains van type instelling (.com, .org, .edu, .gov)
Inmiddels van alles (.coffee, .hiphop, .sucks, ...)
Slide 7 - Tekstslide
De code
Hoe weet een internetbrowser nu precies hoe een website moet worden weergegeven?
Een webbrowser kan HTML-code omzetten naar een leesbare webpagina.
Slide 8 - Tekstslide
HTML?
HTML is de afkorting van HyperText Markup Language.
Markup Language betekent 'opmaaktaal'.
Je kunt met HTML tekst opmaken en bijvoorbeeld afbeeldingen invoegen.
De nieuwste versie van HTML is versie 5.
Slide 9 - Tekstslide
Opbouw van HTML
Bij HTML wordt gebruik gemaakt van zogenaamde tags.
De tags geven aan wat voor soort informatie er moet worden weergegeven, zoals normale tekst, titel, paragraaf, afbeelding, opsomming, tabel, video, etc.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld HTML-tag
<h1>Dit is een titel</h1>
De <h1> tag geeft aan dat de tekst die volgt als kop1 moet worden weergeveven.