1.1. Ontdek je binnenste

 Ontdek je binnenste
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Ontdek je binnenste

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • je leert hoe het lichaam in elkaar zit
  • Je leert wat organen doen en hoe ze samenwerken
  • Je leert wat cellen zijn
  • Je leert hoe cellen in elkaar zitten

Slide 2 - Tekstslide

Wat zit er in je lichaam?
Bestaat uit organen
Allemaal een eigen taak

Wat is de taak van de organen hiernaast?

Slide 3 - Tekstslide

Skelet
beenderstelsel

Taak: stevigheid geven aan je lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Verteringsstelsel
Hier gaat je eten doorheen 
Van mond tot kont
Slokdarm, maag, darmen, anus

Taak: voedsel klein maken 
dat noem je verteren

Slide 5 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
In- en uitademen

neusholte

Taak: zuurstof opnemen uit de lucht en in het lichaam krijgen

Slide 6 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
Je hart en je bloedvaten
Bloed gaat door het lichaam

Taak: vervoer van voedingsstoffen en zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Bij welk orgaanstelsel hoort je maag?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 8 - Quizvraag

Van welk orgaanstelsel is de taak om stevigheid te geven aan je lichaam?
A
Bloedvatenstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?

Slide 10 - Open vraag

Bouwstenen
Alle organen zijn gemaakt van cellen
Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam
Ze zijn enorm klein

Allemaal een eigen vorm en taak, dat hangt af van waar ze voor nodig zijn

Slide 11 - Tekstslide

De cel
Celmembraan: toegangspoort 
Celkern: regelt wat er gebeurt
Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel

Slide 12 - Tekstslide

Je lichaam van groot naar klein
Je lichaam bestaat uit orgaanstelsels
Elk orgaanstelsel bestaat uit organen
Elk orgaan bestaat uit cellen

Slide 13 - Tekstslide

Kan je cellen zien?
A
Ja, altijd
B
Ja, alleen met een vergrootglas
C
Ja, alleen met een microscoop
D
Nee, helemaal nooit

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet?
Ieder dier heeft maar 1 soort cellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Tekenopdracht
In 2-tallen
Teken elkaar (op A3-papier)
Teken hierin vervolgens de organen die in je boek staan
Schrijf de namen van de organen er bij (in de organen, of met een lijntje)
Tekening lever je bij mij in

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de tekening van het torso af
Lees de tekst van 1.2

Slide 17 - Tekstslide