1E/F leesstrategieën et avoir

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klassentaal

Slide 2 - Tekstslide


Hoe zeg je 'ik heb een vraag' in het Frans?
A
Tu as quel âge?
B
Tu habites où?
C
Tu t'appelles comment?
D
J'ai une question?

Slide 3 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans 'Mag ik naar de wc'?
A
Il s'appelle comment?
B
Je peux aller aux toilettes?
C
Tu habites à Zwolle?
D
Comment ça va?

Slide 4 - Quizvraag



Les objectifs du cours
À la fin du cours...
  • Je révise (herhalen) het ww être 
  • J'apprends (leren) het ww - avoir (hebben)

  • Je connais (kennen) les stratégies pour lire les textes de leçon 3. 
  • J'apprends les chiffres et les nombres de 20/50. 



Le programme


  1. Grammaire: le verbe avoir + chiffres et nombres 20/50 + l'article (bepaald lidwoord) 
  2. Je maakt leçon 3 af en begint aan leçon 4 > wordt volgende week door Djouma na gekeken.

Qu'est-ce qu'on va faire ?

Slide 5 - Tekstslide

Pourquoi?
Omdat je aan het eind van chapitre 2 kun je beschrijven in het Frans:

  •  Waar je woont
  • Je huis (groot, klein, aantal kamers, tuin, etc.)
  • Je slaapkamer 

Slide 6 - Tekstslide

leçon 3
Prenez votre livre d'exercice à l'exercice 4.

Slide 7 - Tekstslide

Le verbe être?

Slide 8 - Tekstslide

Maak het rijtje van être, typ in
je...., tu...., il/elle/on. nous..., vous..., ils/elles... etc.

Slide 9 - Open vraag

Être (zijn)

Je suis
tu es
Il est
Elle est 
On est

nous sommes
vous êtes
ils sont (m)
elles sont (v)
Avoir (hebben)

J'ai                         ik heb
tu as                      jij hebt
Il a                           hij heeft
elle a                       zij heeft
on a                       wij hebben 

nous avons          wij hebben
vous avez             jullie hebben
ils ont                   zij hebben (m) 
elles, ont              zij hebben (v)

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 12 - Sleepvraag

On s'exerce!

Slide 13 - Tekstslide

Tu ... quel âge?
A
as
B
avez

Slide 14 - Quizvraag

j'... treize ans.
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 15 - Quizvraag

Tu .... une sœur?
A
ont
B
as

Slide 16 - Quizvraag

Oui, elle .... 15 ans
A
ai
B
a

Slide 17 - Quizvraag

Petit rappel! 
Bepaalde lidwoorden

Le (m) = de of het > le chien de Brandon
La (v) = de of het > la souris de Julie

Let op!
Le en la veranderen in - l' voor een woord dat met een klinker begint. 
L'ordinateur de Damien

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je als je niet weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
A
je kijkt in 'pages jaunes' en/of 'woordenlijst'
B
je raadt het!

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Et maintenant...
  • Grammaire: le verbe avoir + chiffres et nombres 20/50 + l'article (bepaald lidwoord) 
  • Je maakt leçon 3 af en begint aan leçon 4 > wordt volgende week door Djouma na gekeken.
  • Je maakt je oefeningen in je schrift, niet op e-pack. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide