Toets hoofdstuk 7 verhoudingstabel

Toets hoofdstuk 7 Verhoudingstabel
Zorg dat je schrift, potlood, gum, rekenmachine en een volle telefoon bij je hebt liggen.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toets hoofdstuk 7 Verhoudingstabel
Zorg dat je schrift, potlood, gum, rekenmachine en een volle telefoon bij je hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Sandra heeft een krantenwijk.
Hiermee verdient zij € 16,- per week.

Sandra wil weten hoeveel zij in drie weken verdient.

Wat komt er boven (en onder) de pijlen te staan?
A
X 1
B
X 3
C
X 16
D
+ 2

Slide 3 - Quizvraag

Sandra heeft een krantenwijk.
Hiermee verdient zij € 16,- per week.

Sandra wil weten hoeveel zij in drie weken verdient.

Hoeveel verdient Sandra in 3 weken?
A
€ 32,00
B
€ 64,00
C
€ 48,00
D
€ 25,00

Slide 4 - Quizvraag

Bij bakker Bart koop je vijf krentenbollen voor € 2,50.

Bij Albert Heijn betaal je voor acht krentenbollen € 4,40.
Waar zijn de krentenbollen naar verhouding het goedkoopst?
A
Albert Heijn
B
Bakker Bart

Slide 5 - Quizvraag

Bij een snoepwinkel mag je zelf een zak met snoepjes vullen.
De prijs is € 8,80 per 1000 gram.
Pelle koopt 250 gram snoep.

Sleep de getallen naar de juiste plaats.

:4
2,20
250
:4

Slide 6 - Sleepvraag

Jorien doet boodschappen voor het schoolkamp.
Ze weet dat ze voor vier mensen 500 gram macaroni nodig heeft. 
Zet de getallen 4 en 500 op de goede plaats in de verhoudingstabel.

4
500

Slide 7 - Sleepvraag

Jorien doet boodschappen voor het schoolkamp.
Ze weet dat ze voor vier mensen 500 gram macaroni nodig heeft.
In totaal gaan er 34 mensen mee op schoolkamp.
Zet de getallen 1 en 34 op de goede plaats in de tabel.

1
34

Slide 8 - Sleepvraag

Jorien doet boodschappen voor het schoolkamp.
Ze weet dat ze voor vier mensen 500 gram macaroni nodig heeft.
In totaal gaan er 34 mensen mee op schoolkamp.
Hoeveel gram macaroni heeft Jorien in totaal nodig?
A
4250
B
272
C
4520
D
17000

Slide 9 - Quizvraag

Deze gegevens heb je nodig voor de volgende 
2 vragen.

Bedrag in €
. . . 
. . . 
. . . 
Procenten
. . . 
. . . 

Slide 10 - Tekstslide

Bereken hoeveel je nu voor de Nike schoenen moet betalen.
Oude prijs: € 79,00
Korting 20%
A
€ 63,20
B
€ 15,80
C
€ 25,32
D
€ 12,50

Slide 11 - Quizvraag