MTH, leerjaar 2, blok 3, les 7

MTH, blok 3, les 7
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch technisch handelenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MTH, blok 3, les 7

Slide 1 - Tekstslide

Huidwratten (verruca vulgaris)
Wratten worden veroorzaakt door een virus, namelijk het humaan papillomavirus (HPV). 
Ze komen meestal voor op handen en voeten, maar kunnen ook op andere plekken op het lichaam voorkomen. 

Besmetting vindt plaats door direct contact met de wrat of een object waarop het virus aanwezig is. 

Slide 2 - Tekstslide

De meeste wratten verdwijnen vanzelf binnen twee jaar. Dit komt waarschijnlijk doordat de patiënt na enige tijd immuun wordt voor het HPV-virus: het lichaam wordt ongevoelig voor het virus. 

Vooral wanneer zij voorkomen bij jongere kinderen verdwijnen wratten vanzelf. 

Ook met behandeling kan het twee jaar duren voordat een patiënt geen last meer heeft van wratten.

Slide 3 - Tekstslide

Wratten komen het meest voor bij jonge mensen tussen de 4 en 18 jaar en met name bij schoolgaande kinderen (ontbreken van voldoende immuniteit). 

Het is niet bewezen dat bezoek aan
zwembaden of het geven van een hand de kans op het krijgen van wratten vergroot.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe korter de wrat aanwezig is, hoe groter de kans dat hij goed reageert op de behandeling. 

Bij patiënten met een slechte afweer is de behandeling moeilijker; bij hen komen de wratten vaker terug en reageren ze slechter op de therapie. 

De meeste patiënten vinden wratten vervelend omdat ze er lelijk uitzien. 
Verder geven wratten soms pijnklachten of irritatie.

Slide 5 - Tekstslide

Door welk virus worden wratten veroorzaakt?

A
Humaan papillomavirus
B
Humaan immunodeficiëntievirus
C
Rotavirus
D
Parvo B19 virus

Slide 6 - Quizvraag

Op een aantal plekken op het lichaam komen wratten veel vaker voor.
Een voorkeurs locatie voor wratten is op .....
A
De onderrug
B
Het gelaat
C
De handen
D
De onderbenen

Slide 7 - Quizvraag

Wratten worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus.
Hoe vindt overdracht van het humaan papillomavirus plaats?
A
Door bloed-bloed contact
B
Het virus zweeft door de lucht
C
Direct contact met de wrat
D
Dat is (nog) niet bekend

Slide 8 - Quizvraag

Soorten behandelingsmogelijkheden

Wratten zijn niet gevaarlijk en behandeling is dus niet noodzakelijk. 

Wanneer wratten veel klachten geven (zoals pijn of irritatie) kunnen ze worden behandeld door ze aan te stippen. 

Slide 9 - Tekstslide

De stoffen waarmee wratten aangestipt kunnen worden zijn:

  • zalf met salicylzuur (40%); 
  • vloeibaar stikstof (cryotherapie);
  • vloeibaar monochloorazijnzuur (MCA)

Slide 10 - Tekstslide

Salicylzuur
Salicylzuur is een stof die de buitenste laag van de huid zacht maakt. 
Salicylzuur kan voorkomen in een collodium, een stroperige vloeistof die vaak gebruikt wordt als oplosmiddel of in een zalf. 

Er bestaan ook salicyl pleisters met dezelfde werking. 
De behandeling met salicylzuur kan de patiënt thuis zelf doen.

Slide 11 - Tekstslide

Salicylzuur
Bij de behandeling van voetwratten gaat de voorkeur uit naar salicylzuur in combinatie met cryotherapie.
Voor een goed effect moet het salicylzuur eenmaal per dag worden aangebracht.
Van tevoren moet telkens het witte, dode weefsel worden weggeschrapt.

Slide 12 - Tekstslide

Vloeibaar stikstof (cryotherapie)
Het aanstippen van wratten met vloeibaar stikstof wordt cryotherapie genoemd. 

Het vloeibaar stikstof heeft een temperatuur van -196 graden Celsius, vandaar de naam ‘cryo’, wat letterlijk ‘ingevroren’ betekent.

Slide 13 - Tekstslide

Vloeibaar stikstof 
Het aanstippen van de wratten met stikstof kan door de arts of assistent gedaan worden. 
Een combinatie van salicylzuur en vloeibaar stikstof is vaak het meest effectief. 

De patiënt brengt dan zelf dagelijks thuis de salicylzuurzalf aan om de wrat zacht te maken. 

Slide 14 - Tekstslide

Vloeibaar stikstof 
De behandeling van wratten met cryotherapie kan niet zelf gedaan worden door de patiënt en gebeurt dus alleen in de huisartsenpraktijk. 
Stikstof is namelijk een sterk bijtende stof die voor veel schade aan de huid kan zorgen.
Het is dus belangrijk dat deze stof zorgvuldig wordt toegebracht. 

Slide 15 - Tekstslide

Vloeibaar stikstof 
Daarnaast komt de patiënt om de twee weken langs in de huisartsenpraktijk om de wrat aan te stippen met vloeibaar stikstof tot de wrat verdwenen is.
De wrat wordt na behandeling zwart of er komt een blaar op.

Bij wratten op andere plaatsen dan de voet heeft cryotherapie de voorkeur.

Slide 16 - Tekstslide

Vloeibaar monochloorazijnzuur
Monochloorazijnzuur (MCA) is een stof die ervoor zorgt dat necrose (afsterven van weefsel) in de wrat optreedt. 

Monochloorazijnzuur is pijnloos en beschadigt het weefsel rondom de wrat niet (in tegenstelling tot stikstof). 

Slide 17 - Tekstslide

Vloeibaar monochloorazijnzuur
Een nadeel is dat het een agressief zuur is, waardoor de meeste artsen ervoor kiezen om het zelf aan te brengen en het niet door patiënten te laten doen. 
Na toestemming van de huisarts mag dit door de assistente zelfstandig worden uitgevoerd.
De huid moet voor de behandeling worden beschermd met  vaseline of zinkzalf.

Slide 18 - Tekstslide

Vloeibaar monochloorazijnzuur
Voor de behandeling wordt de eeltlaag weg gevijld.
Na het aanstippen wordt de wrat afgedekt met een pleister die in ieder geval 12 uur droog moet blijven.
De patiënt mag de eerste 12 uur niet aan de wrat zitten omdat er nog wat MCA op kan zitten. 
Dit kan beschadiging aan de gezonde huid geven.

Slide 19 - Tekstslide

Wratten .....

A
Veroorzaken vaak sepsis
B
Kunnen geen kwaad
C
Infecteren vaak
D
Worden vaak kwaadaardig

Slide 20 - Quizvraag

Met welke stof worden wratten niet aangestipt?

A
Salicylzuur (40%)
B
Vloeibaar stikstof
C
Monochloorazijnzuur
D
Lidocaïne-adrenaline

Slide 21 - Quizvraag

Salicylzuur is een stof die de buitenste laag van de huid .....
A
Zacht maakt
B
Verhardt
C
Wegbrandt
D
Dood maakt

Slide 22 - Quizvraag

Aanstippen met vloeibaar stikstof wordt ook wel ..... genoemd.
A
N2-therapie
B
Cryotherapie
C
Thermotherapie
D
Koude therapie

Slide 23 - Quizvraag

Monochloorazijnzuur zorgt voor .....

A
Het zachter worden van de huid
B
Het harder worden van de huid
C
Necrose in de wrat
D
Verbranding van de wrat

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video