Opdracht: Pitch houden - 3HV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Opdracht: Pitch houden - 3HV

Je houdt een enthousiaste pitch over je eerste leesboek. Na jouw pitch moet het de klasgenoten duidelijk zijn waar het boek over gaat en of ze het wel of niet willen lezen.

Opbouw van de pitch:

1. Je neemt van thuis een voorwerp mee dat een link met je boek heeft. Dat kan een pollepel zijn, omdat het boek over een kok gaat. Of een theezakje, omdat het verhaal over theeplukkers in Sri Lanka gaat. Of een wekker. Of een stuk zeep. Verzin iets origineels. Je begint je pitch met een uitleg waarom je juist dát voorwerp hebt meegenomen; wat heeft je voorwerp met het boek te maken?

Opbouw van de pitch:

1. Je neemt van thuis een voorwerp mee dat een link met je boek heeft. Dat kan een pollepel zijn, omdat het boek over een kok gaat. Of een theezakje, omdat het verhaal over theeplukkers in Sri Lanka gaat. Of een wekker. Of een stuk zeep. Verzin iets origineels. Je begint je pitch met een uitleg waarom je juist dát voorwerp hebt meegenomen; wat heeft je voorwerp met het boek te maken?

2. Daarna vertel je kort waar je boek over gaat (verklap niet het einde).

Opbouw van de pitch:

1. Je neemt van thuis een voorwerp mee dat een link met je boek heeft. Dat kan een pollepel zijn, omdat het boek over een kok gaat. Of een theezakje, omdat het verhaal over theeplukkers in Sri Lanka gaat. Of een wekker. Of een stuk zeep. Verzin iets origineels. Je begint je pitch met een uitleg waarom je juist dát voorwerp hebt meegenomen; wat heeft je voorwerp met het boek te maken?

2. Daarna vertel je kort waar je boek over gaat (verklap niet het einde).

3. Dan vertel je waarom jij vindt dat je klasgenoten het boek wél of juist niet zouden moeten lezen.

Opbouw van de pitch:

1. Je neemt van thuis een voorwerp mee dat een link met je boek heeft. Dat kan een pollepel zijn, omdat het boek over een kok gaat. Of een theezakje, omdat het verhaal over theeplukkers in Sri Lanka gaat. Of een wekker. Of een stuk zeep. Verzin iets origineels. Je begint je pitch met een uitleg waarom je juist dát voorwerp hebt meegenomen; wat heeft je voorwerp met het boek te maken?

2. Daarna vertel je kort waar je boek over gaat (verklap niet het einde).

3. Dan vertel je waarom jij vindt dat je klasgenoten het boek wél of juist niet zouden moeten lezen.

4. Tot slot lees je een stukje voor (ongeveer een minuut) dat te maken heeft met het voorwerp dat je hebt meegenomen.

Criteria:

• Duur: de pitch duurt 3 minuten (zonder voorlezen). Voor een te korte pitch worden punten afgetrokken.
  

Criteria:

• Duur: de pitch duurt 3 minuten (zonder voorlezen). Voor een te korte pitch worden punten afgetrokken.
  
  
• Je leest niet voor, maar vertelt. Je mag alleen een blaadje met steekwoorden gebruiken.
  

Criteria:

• Duur: de pitch duurt 3 minuten (zonder voorlezen). Voor een te korte pitch worden punten afgetrokken.
  
  
• Je leest niet voor, maar vertelt. Je mag alleen een blaadje met steekwoorden gebruiken.
  
  
• Uiterlijk één dag voor de pitch lever je het voorbereidingsformulier (ingevuld) in bij meneer Tak.
  

Criteria:

• Duur: de pitch duurt 3 minuten (zonder voorlezen). Voor een te korte pitch worden punten afgetrokken.
  
  
• Je leest niet voor, maar vertelt. Je mag alleen een blaadje met steekwoorden gebruiken.
  
  
• Uiterlijk op de dag van de pitch lever je het voorbereidingsformulier (ingevuld) in.
  
  
• De docent bepaalt het cijfer.

De kleine lettertjes....

Als je tijdens de les waarin de pitches worden gehouden niet aanwezig bent, hou je je pitch op een later moment voor de klas. Als je tijdens de les van de pitches wel aanwezig bent, maar (zonder geldige reden) je pitch niet kunt houden, hou je je pitch op een later moment voor de klas en vindt bovendien puntenaftrek plaats.

Gebruik het voorbereidingsformulier dat klaar wordt gezet in de Teams-opdracht.

Nogmaals: inleveren uiterlijk één dag voor de presentatie.