past tense A1

Assignments 1 t/m 5 (p. 11-14)
timer
15:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Assignments 1 t/m 5 (p. 11-14)
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

past simple

Slide 2 - Tekstslide

Past Simple
  • Wanneer gebruik je de Past Simple?
  • Als iets in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

  • Hoe maak je de Past Simple?
  • werkwoord + ed



Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
regular verbs

+ ed
Irregular verbs

Page 146

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
regular verbs

+ ed
* talked/walked/
played/liked
Irregular verbs
Page 146
Many common verbs are irregular
* buyed bought
Teached taught

Slide 5 - Tekstslide

PAST SIMPLE
routine
He always talked about his wife.
fact
Zutphen was a rich city.
done
We walked to school today.

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple - Questions/negations
Questions 
Did + entire verb:
Did you walk to school yesterday?

Negations 
Didn't + entire verb:
You didn't walked walk to school yesterday.

Slide 7 - Tekstslide

Present Perfect - spelling
Have/has + voltooid deelwoord 
Hierbij is er een verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Regelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden
voltooid deelwoord is hetzelfde als de past simple vorm. 
(have/has + hele ww + -ed) 

Something has happened.
voltooid deelwoord heeft zijn eigen vorm. Deze moet je uit je hoofd leren.

They have known each other for years.

Slide 8 - Tekstslide

 Regelmatig WW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 9 - Tekstslide

 Regelmatig WW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 10 - Tekstslide

Past Simple - Questions/negations
Questions 
Did + entire verb:
Did you walk to school yesterday?

Negations 
Didn't + entire verb:
You didn't walked walk to school yesterday.

Slide 11 - Tekstslide

Past simple 'to be'

Slide 12 - Tekstslide

Janet _____ (watch) a film on TV.

Slide 13 - Open vraag

The car _____ (stop) in the middle of the street.

Slide 14 - Open vraag

My friends _____ (notice) my new dress.

Slide 15 - Open vraag

Karen and Sara _____ (play) computer games.

Slide 16 - Open vraag

The children _____ (visit) the museum.

Slide 17 - Open vraag

It ___________ (be) cold yesterday.

Slide 18 - Open vraag

David _____ (not/watch) the film in the cinema.

Slide 19 - Open vraag

I _____ (not/wait) for you because I was in a hurry.

Slide 20 - Open vraag

The students _____ (not/identify) the subject in the sentence.

Slide 21 - Open vraag

They ________ (be/not) on the bus when I called.

Slide 22 - Open vraag

She ___________ (be/not) hungry.

Slide 23 - Open vraag

(mum/cook) _______ dinner yesterday?

Slide 24 - Open vraag

(you/visit)________ the museum last weekend?

Slide 25 - Open vraag

(Charles/arrive) _______ early last night?

Slide 26 - Open vraag

________(the food/be) good?

Slide 27 - Open vraag