Elektriciteit > maandag instructie groep 4/5

Techniek: Kerndoel 42
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

Groep 5/6: 
stroom gaat rond in een gesloten circuit

Groep 5/6
De kinderen zetten met een batterij, elektriciteitsdraadjes en een lampje of een geluidssensor een stroomcircuit in elkaar, zodanig dat er een lampje gaat branden of geluid klinkt.


De leraar zorgt voor materiaal om stroomkringen te maken en daagt de kinderen uit om verschillende circuits uit te proberen.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Techniek: Kerndoel 42
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

Groep 5/6: 
stroom gaat rond in een gesloten circuit

Groep 5/6
De kinderen zetten met een batterij, elektriciteitsdraadjes en een lampje of een geluidssensor een stroomcircuit in elkaar, zodanig dat er een lampje gaat branden of geluid klinkt.


De leraar zorgt voor materiaal om stroomkringen te maken en daagt de kinderen uit om verschillende circuits uit te proberen.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 2 - Tekstslide

Dit ga je leren vandaag:
  • Je leert wat elektriciteit is.
  • Je leert waar stroom vandaan komt.
  • Je leert wat een elektriciteitscentrale is.
  • Je leert waar stroom naar toe gaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Elektriciteit
Kijk eens om je heen in de klas. 
Hoeveel dingen hebben energie (bijvoorbeeld elektriciteit) nodig om te werken? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat heeft allemaal energie nodig om te werken in de klas?

Slide 5 - Woordweb

Iedere dag gebruiken we veel elektrische apparaten
We gebruiken ze thuis, op school, maar ook op het werk en in de fabriek.
Het is tegenwoordig haast onmogelijk om zonder elektriciteit te leven. 

Slide 6 - Tekstslide

Waar komt stroom vandaan?
Stroom is elektriciteit.
De televisie, de computer en de lamp werken op stroom.
Elektriciteit zorgt ervoor dat dingen werken. 
Elektriciteit is een vorm van energie. 


Slide 7 - Tekstslide

Waar komt stroom vandaan?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Elektriciteitscentrale 
Stroom wordt gemaakt in een elektriciteitscentrale
In een grote ketel wordt water gekookt.
Het water verandert in stoom. 

Slide 10 - Tekstslide

De stoom spuit uit de ketel. 
Daardoor gaat de turbine draaien.
Die lijkt op een wiel. Heel groot.
De turbine zet de generator aan het werk.
De generator maakt stroom

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Waar gaat stroom naar toe?
De stroom gaat door dikke draden naar huizen en bedrijven.
Dat zijn stroomkabels.
Ze hangen in de lucht.
Of ze liggen onder de grond. 

Slide 15 - Tekstslide

De stroom in de kabels is gevaarlijk.
Die mag je niet aanraken!
Een transformator maakt de stroom minder sterk.
Dan is het wel veilig.
De stroom kan nu je huis in gaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Een aantal vragen over de les

Slide 17 - Tekstslide

Waar wordt stroom gemaakt?
A
In een elektriciteitscentrale
B
In de supermarkt
C
Op school
D
Bij de kapper

Slide 18 - Quizvraag

Hoe gaat de stroom van een elektriciteitscentrale naar de huizen toe?
A
Met de bus
B
Met de trein
C
Door stroomkabels
D
Met de auto

Slide 19 - Quizvraag

Hoe wordt stroom minder gevaarlijk gemaakt?
A
Door de kabels schoon te maken
B
Door een transformator
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Evaluatie van de les

Slide 21 - Tekstslide

Ik heb in deze les nieuwe dingen geleerd.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 23 - Woordweb

Dit zou je leren vandaag:
  • Je leert wat elektriciteit is.
  • Je leert waar stroom vandaan komt.
  • Je leert wat een elektriciteitscentrale is.
  • Je leert waar stroom naar toe gaat. 

Slide 24 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 25 - Tekstslide