In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programma
Herhaling 6.1
Huiswerk 6.1
Uitleg en maken paragraaf 6.2
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van protectiemaatregelen?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importquota
D
Invoerrechten
Slide 2 - Quizvraag
Wel of geen invoerrechten: betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten
Slide 3 - Quizvraag
Door invoerrechten te heffen worden importproducten
A
goedkoper.
B
duurder.
C
geen van beide.
Slide 4 - Quizvraag
Nederland is goed in productie van fietsen, Frankrijk in wijn en Italië in pasta. Hier is sprake van:
A
technische arbeidsverdeling
B
maatschappelijke arbeidsverdeling
C
internationale arbeidsverdeling
D
uitvoerende arbeidsverdeling
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn de 2 belangrijkste afspraken binnen de EU?
Slide 6 - Open vraag
6.2 De uitkomsten van de markt
Slide 7 - Tekstslide
leerdoelen
*Je kunt uitleggen of vooral de consument of de producent profiteert van de marktwerking.
*Je kunt de rol van externe effecten bij de marktwerking uitleggen.
*Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen van de overheid om negatieve externe effecten te beperken en positieve te bevorderen.
Slide 8 - Tekstslide
Welvaart = in welke mate mensen in staat zijn om hun behoefte aan schaarse goederen en diensten te bevredigen. Omdat de behoeften groter zijn dan de middelen ligt het voor de hand dat de welvaart stijgt als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen.
De laatste jaren verstaan we onder welvaart ook andere punten dan het kopen van schaarse producten en diensten.
Gezondheid
Veiligheid
Geluk
Vrije tijd
Etc……
Slide 9 - Tekstslide
Welvaart in de wereld
Slide 10 - Tekstslide
welvaart
ongelijk verdeeld in de wereld
voorzien in de basisbehoeften en diensten
Nedeland heeft een hoge welvaart
Slide 11 - Tekstslide
Er zijn momenten dat de overheid het marktevenwicht ongewenst vindt en ingrijpt.
De belangrijkste reden om in te grijpen zijn externe effecten.
Externe effecten zijn extern omdat ze niet worden meegenomen in de prijs van een product. Externe effecten hebben een onbedoelde invloed op de welvaart in een land. Deze invloed kan zowel negatief als positief zijn.
Bijvoorbeeld:
1) luchtvervuiling bij afvalverbranding (negatief extern effect)
2) geluidsoverlast van vliegverkeer (negatief extern effect)
3) goed onderhouden gebouwen in een toeristisch gebied (positief extern effect)
Bij een positieve extern effect leidt dit tot een grotere welvaart.
bij een negatieve extern effect leidt dit tot een lagere welvaart.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
voorbeelden:
Een veel gebruikt voorbeeld van een negatief extern effect is ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.
Een ander voorbeeld van een negatief extern effect is het vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.
Het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.
Slide 14 - Tekstslide
https:
Slide 15 - Link
externe effecten
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
negatieve externe effecten.
negatief extern effect
een onbedoeld gevolg van productie en deze valt negatief uit.
Slide 18 - Tekstslide
positieve externe effecten.
postief extern effect
een onbedoeld gevolg van de productie en deze valt positief uit.
Slide 19 - Tekstslide
wat kan de overheid doen tegen externe effecten?
subsidies en accijns
de overheid kan een geldbedrag geven voor het gebruik van producten, die milieuvervuiling tegengaan of accijns voor producten die slecht zijn voor het mileu en de gezondheid.
verbod
ze kunnen een verbod instellen, zoals het rookverbod
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
Maken paragraaf 6.2
Slide 21 - Tekstslide
leerdoelen
*Je kunt uitleggen of vooral de consument of de producent profiteert van de marktwerking.
*Je kunt de rol van externe effecten bij de marktwerking uitleggen.
*Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen van de overheid om negatieve externe effecten te beperken en positieve te bevorderen.