Waterland - 1 (KGT2)
1 / 20
Lesduur is: 350 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 worden onder andere Zeeland en delen van Zuid- en Noord-Holland en Brabant getroffen door een zware storm. Die storm leidt tot hevig opstuwend water waardoor de dijken breken. Hoe heet dit fenomeen?
1/9
A
Een tsunamie
B
Een cycloon
C
Een stormvloed
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De rest van Nederland heeft nog niet meteen in de gaten wat er voor ramp heeft plaatsgevonden in de kustprovincies. Hoe kan dat?
2/9
A
Er is geen telefoonverkeer mogelijk
B
Journalisten kunnen het gebied niet bereiken
C
De rest van Nederland gelooft niet meteen wat gebeurd is
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De getroffen kustprovincies liggen onder de zeespiegel. Wat is in Nederland de benaming voor de referentiehoogte van het waterpeil?
3/9
A
Nieuw Nederlands Peil (NNP)
B
Nieuw Amsterdams Peil (NAP)
C
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Na de watersnoodramp van 1953 wordt er gewerkt aan het Deltaplan, een plan dat voor de ramp al bedacht is. Hoe heet de langste stormvloedkering van de Deltawerken?
4/9
A
De Oosterscheldekering
B
De Westerscheldekering
C
De Maeslandkering
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Video
Deze slide heeft geen instructies
De Oosterscheldekering gaat automatisch dicht bij erg hoog water. Dit gebeurt eens in de paar jaar. Bij hoeveel meter waterstijging boven NAP gaat de kering dicht?
5/9
A
Bij +3m boven NAP
B
Bij +5m boven NAP
C
Bij +10m boven NAP
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor de aanleg van keringen en dammen worden er ‘werkeilanden’ aangelegd. Dit zijn kunstmatige eilanden om de werkzaamheden aan de Deltawerken uit te voeren. Een van die eilanden heet Neeltje Jans. Waarvoor dient dit eiland tegenwoordig?
6/9
A
Er wonen nu mensen op
B
Er staat geen informatiecentrum en attractiepark
C
Het is onderdeel van de Rotterdamse haven
Slide 13 - Quizvraag
Op Neeltje Jans is nu een informatiecentrum en attractiepark te vinden. Er is een expositie te zien over de Deltawerken.
Niet alleen sterke dijken en keringen bij de kust zijn van belang, maar ook de dijken rondom rivieren. In 1993 en 1995 komen drie rivieren gevaarlijk hoog te staan. De gebieden rondom deze gebieden worden geëvacueerd. Om welke drie rivieren gaat dit?
7/9
A
De IJssel, de Rijn en de Maas
B
De Maas, de Rijn en de Waal
C
De Maas, de Rijn en de Lek
Slide 14 - Quizvraag
Op Neeltje Jans is nu een informatiecentrum en attractiepark te vinden. Er is een expositie te zien over de Deltawerken.
Slide 15 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Door de waterstijging in de Maas, Rijn en Waal wordt er naar oplossingen gezocht om overstromingen in de toekomst te voorkomen. Welke oplossing lijkt het beste te werken in het rivierengebied?
8/9
A
Ruimte bieden aan rivieren door ze te verbreden
B
Het verhogen van de dijken
C
Huizen rond rivieren uit voorzorg op een terp bouwen
Slide 16 - Quizvraag
Op Neeltje Jans is nu een informatiecentrum en attractiepark te vinden. Er is een expositie te zien over de Deltawerken.
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Door klimaatverandering zijn er meer landen die problemen krijgen met hoog water. Welke van de onderstaande landen moet tegenwoordig net als Nederland vechten tegen het hoge water?
9/9
A
Ruimte bieden aan rivieren door ze te verbreden
B
Het verhogen van de dijken
C
Huizen rond rivieren uit voorzorg op een terp bouwen
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
