Stofeigenschappen

Stofeigenschappen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeSpeciaal OnderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 2,3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  •  Je weet wat stofeigenschappen zijn.
  • Je weet wat een een zuivere stof en een mengsel is.
  • Je weet wat een oplossing en een suspensie is.
  • Je weet wat een indicator is.
  • je weet dat er bij een reactie met zuur gasbelletjes ontstaan.
  • Je weet wat een exotherme en endotherme reactie is.

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
  •  Stof=alles om ons heen zoals zout
  • eigenschap=Kenmerk van iets of iemand
  • Stofeigenschappen= Kenmerken van een stof

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een stofeigenschap?

Slide 4 - Open vraag

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • Elektrische geleiding

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 5 - Tekstslide


A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 6 - Quizvraag

Zuivere stof/mengsel

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op aan de stoffen die oplossen in water?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een mengsel?

Slide 9 - Open vraag

Oplossing
ALTIJD helder = je kunt er doorheen kijken. LET OP: kan wel een kleur hebben!
oplosmiddel = vloeistof waarin je de  stof oplost

                                           (s) + (l)                                                       (l) + (l)

Slide 10 - Tekstslide

Suspensie
Troebel


                                                                        (s) + (l)


Bezinken: vaste deeltjes zakken naar de bodem

Slide 11 - Tekstslide

Emulsie
troebel
TWEELAGENSYSTEEM

                               (l) + (l)

Om een tweelagensysteem te voorkomen: emulgator toevoegen!

Slide 12 - Tekstslide

Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing - Suspensie - Emulsies?
Emulsie
2
Suspensie
3
Oplossing
1

Slide 14 - Tekstslide

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 15 - Quizvraag

Een oplossing is ....
A
Helder
B
Troebel

Slide 16 - Quizvraag

spa rood is een .....
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel

Slide 17 - Quizvraag

Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof
Mengsel
Zuivere stof
Zuivere stof

Slide 18 - Sleepvraag

Video: Oplosbaar in water?
Maak een tabel en noteer tijdens de video:
  • Welke 2 stoffen gemengd worden
  • en of je te maken hebt met een oplossing of een suspensie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie

Slide 22 - Quizvraag

De benzine en het water zijn slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Dit noem je een tweelagensysteem. Waardoor Ontstaat een tweelagensysteem?
A
Door een verschil in deeltjesgrootte
B
Doordat de vaste deeltjes zinken
C
Door een verschil in dichtheid
D
Geen idee

Slide 23 - Quizvraag

Benzine en water zijn dus slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Je moet een stof toevoegen om dit mengsel egaal te houden, hoe heet zo'n stof?
A
Katalysator
B
Emulgator
C
Centrifigator
D
Extractie middel

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Fase overgangen

Slide 29 - Tekstslide

Endotherm of exotherm proces?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 30 - Quizvraag

endotherm kost energie
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Dit is een exotherme reactie
A
Pizza bakken
B
Magnesium verbranden

Slide 32 - Quizvraag

Exotherm of endotherm?
Vuurwerk
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 33 - Quizvraag

Bij een exotherme reactie ...
A
Komt er energie (warmte) vrij.
B
Is er energie (warmte) nodig.
C
Gebeurt er niets.

Slide 34 - Quizvraag

Het afkoelen van een glas thee.
Exotherm of endotherm?
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een endotherme reactie?
A
het bevriezen van water
B
het hard worden van chocolade
C
Het verbranden van benzine
D
het verdampen van alcohol

Slide 36 - Quizvraag

Welk proces is exotherm
A
Het bakken van een ei
B
Het smelten van kaarsvet
C
Het verbranden van aardgas
D
Het koken van water

Slide 37 - Quizvraag

Verbranden van kaars is een exotherme reactie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Exotherm of endotherm?
Het verbranden van benzine.
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 39 - Quizvraag

Het smelten van boter in een pan is dat een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm
B
endotherm

Slide 40 - Quizvraag

Een explosie is een exotherme reactie

A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Endotherm of Exotherm?
Smelten van ijs.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 42 - Quizvraag

Fase overgangen

Slide 43 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Dichtheid

Slide 44 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 45 - Tekstslide

54 g zout heeft een volume van 25 cm3, Bereken de dichtheid.

Slide 46 - Open vraag

De dichtheid van suiker is 1,56 g/cm3. Ik heb 33 g suiker. Hoeveel mL is dit?

Slide 47 - Open vraag

Gevarensymbolen

Slide 48 - Tekstslide

Opdracht
Zoek op het internet de verschillende gevarensymbolen op en hun betekenis

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk
  •  §1.2 opdracht 17, 18, 20 tm 27   
  •  lezen §1.3 + §1.4

Slide 50 - Tekstslide

Spullen meenemen
  1. Schrift 
  2. pen en potlood
  3. rekenmachine
  4. laptop
  5. boek

Slide 51 - Tekstslide