Signaalwoorden - begrijpend lezen

signaalwoorden
herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

signaalwoorden
herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
- We leren dat er verbanden in een tekst worden aangegeven door signaalwoorden.
- We leren verschillende soorten tekstverbanden.

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken:
Ik ben tevreden wanneer je
- serieus aan het werk bent
- alleen op jezelf let
- je vinger opsteekt als je iets wilt zeggen

Slide 3 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 4 - Woordweb

Uitleg:
Signaalwoorden


Zinnen in een tekst hebben met elkaar te maken --> verbanden

De zinnen kunnen op verschillende manieren bij elkaar horen.

Signaalwoorden geven een verband aan in een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden zeggen veel over een tekst. 

Als je een signaalwoord tegenkomt, moet je goed opletten!

Je weet dan dat er in het tweede stukje iets wordt verteld over het eerste stukje

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 7 - Tekstslide

QUIZ
Kies het juiste signaalwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Dierendag is leuk voor dieren, want ze worden dan extra verwend.
A
is
B
extra
C
want
D
voor

Slide 9 - Quizvraag

Op school leer je allerlei vakken, bijvoorbeeld rekenen, taal en geschiedenis.
A
je
B
Op school
C
allerlei
D
bijvoorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

In de wereld zijn zeven werelddelen, onder andere Noord-Amerika, Afrika en Antarctica.
A
onder andere
B
zijn
C
en
D
In de wereld

Slide 11 - Quizvraag

Maak een zin met het signaalwoord:
MAAR

Slide 12 - Open vraag

Verbanden

Slide 13 - Tekstslide

Het heeft vannacht flink gesneeuwd. Daardoor zijn de wegen glad. 
Daardoor geeft een oorzaak en gevolg aan. 

Oorzaak:
Het heeft flink gesneeuwd.
Gevolg: De wegen zijn glad.


Slide 14 - Tekstslide

QUIZ
Welk verband kan jij in de tekst vinden?

Slide 15 - Tekstslide

We gaan in de ochtend boodschappen doen en daarna met opa en oma naar de dierentuin.
A
Oorzaak - gevolg
B
Opsomming
C
Uitleg
D
Samenvatting

Slide 16 - Quizvraag

Ik ben goed in rekenen en toch heb ik een onvoldoende gehaald voor mijn rekentoets.
A
Oorzaak - gevolg
B
Voorwaarde
C
Tegenstelling
D
Probleem - oplossing

Slide 17 - Quizvraag

Er is al lang geen regen gevallen. Daardoor zijn de bloemen in de tuin doodgegaan.
A
Probleem - oplossing
B
Tijd
C
Voorwaarde
D
Oorzaak - gevolg

Slide 18 - Quizvraag

Maak een zin met het verband:
OPSOMMING

Slide 19 - Open vraag

Afspraken:
Ik ben tevreden wanneer je
- serieus aan het werk bent
- alleen op jezelf let
- je vinger opsteekt als je iets wilt zeggen

Slide 20 - Tekstslide

Heb je vandaag nog iets nieuw geleerd of wist je alles al?
niks nieuws
hier en daar iets nieuws
ik was alles hierover vergeten, maar nu weet ik het weer

Slide 21 - Poll