vrijheid van meningsuiting

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

vrijheid

Slide 2 - Woordweb

respect

Slide 3 - Open vraag

Waarom moest Geert Wilders voor de rechter verschijnen voor zijn uitspraak "willen we meer of minder Marokkanen"? Leg uit..

Slide 4 - Open vraag

Kan je in eigen woorden uitleggen waarom vrijheid van meningsuiting en respect soms niet samen gaan? Waar gaat dit dan mis?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 9 - Tekstslide

tolerantie

Slide 10 - Woordweb

Tolerantie betekent dat je de normen en waarden van iemand anders goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn waarden?

Slide 12 - Tekstslide

Waarden =

  • De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven

Slide 13 - Tekstslide

Normen =

  • Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen

Slide 14 - Tekstslide

Waarden zijn?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 15 - Quizvraag

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels

Slide 16 - Quizvraag

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van waarden

Slide 17 - Open vraag

Welk van de volgende zaken is een waarde?
A
Niet discrimineren
B
Gelijkwaardigheid
C
Niet te laat komen
D
Opstaan voor ouderen in de bus

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn niet te laat komen, niet discrimineren en opstaan voor ouderen dan wel?
A
Norm
B
Waarde

Slide 19 - Quizvraag

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT

Slide 20 - Open vraag

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT
Bijvoorbeeld:

Ik sta altijd op voor ouderen (norm), omdat ik respect heb voor ouderen (waarde).

Slide 21 - Tekstslide

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIENDELIJKHEID

Slide 22 - Open vraag

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIJHEID

Slide 23 - Open vraag