Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
TAALVERZORGING 2 / zinsdelen
Taalverzorging: zinsdelen
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taalverzorging: zinsdelen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
Na deze les weet je wat zinsdelen zijn;
Na deze les kun je zinsdelen herkennen en benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer is een zin een zin?
Slide 3 - Tekstslide
Zinsdelen
Slide 4 - Tekstslide
Stappenplan zinsdelen benoemen
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm (pv)
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de pv?
Morgen werk ik de hele dag.
A
morgen
B
werk
C
hele
D
dag
Slide 7 - Quizvraag
Het gezegde (gez.)
Slide 8 - Tekstslide
Het gezegde (gez.)
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de pv?
De student wil op een andere school verder studeren.
A
wil
B
verder
C
studeren
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
De student wil op een andere school verder studeren.
A
wil verder studeren
B
wil
C
studeren
D
wil studeren
Slide 11 - Quizvraag
Het onderwerp (ow)
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het onderwerp in deze zin?
De jongen gaf zijn vriendin een nieuw horloge voor haar verjaardag.
A
De jongen
B
Vriendin
C
Horloge
D
Voor haar verjaardag
Slide 13 - Quizvraag
Lijdend voorwerp (lv)
LV ondergaat de handeling
In deze zin de handeling 'geven'
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
De jongen gaf zijn vriendin een nieuw horloge voor haar verjaardag.
A
De jongen
B
Vriendin
C
Horloge
D
Verjaardag
Slide 15 - Quizvraag
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
De jongen gaf zijn vriendin een nieuw horloge voor haar verjaardag.
A
De jongen
B
Vriendin
C
Horloge
D
Verjaardag
Slide 17 - Quizvraag
Bijwoordelijke bepaling (bijw. bep.)
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
De jongen gaf zijn vriendin een nieuw horloge voor haar verjaardag.
A
De jongen
B
Vriendin
C
Horloge
D
Voor haar verjaardag
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
De caissière gaf de man zojuist te veel geld terug.
A
de caissière
B
de man
C
te veel geld
D
zojuist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
De caissière gaf de man zojuist te veel geld terug.
A
de caissière
B
de man
C
te veel geld
D
zojuist
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in deze zin?
De caissière gaf de man zojuist te veel geld terug.
A
de caissière
B
de man
C
te veel geld
D
zojuist
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin?
De caissière gaf de man zojuist te veel geld terug.
A
de caissière
B
de man
C
te veel geld
D
zojuist
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
TAALVERZORGING 2 / zinsdelen
December 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
TAALVERZORGING 2 / zinsdelen
December 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
TAALVERZORGING 2 / zinsdelen
December 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
TAALVERZORGING 2 / zinsdelen
November 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Zinsdelen
Juni 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
meewerkend voorwerp h4
December 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
meewerkend voorwerp h4
Februari 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
nederlands
Februari 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2