lundi le 14 février

La Saint-Valentin
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

La Saint-Valentin

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
- ken je voca 1 en 2?
-nakijken les 1 en 2
- uitleg pouvoir en vouloir
-maken les 3
-werken aan MO

Slide 2 - Tekstslide

Ken je voca 1 en 2?

Slide 3 - Tekstslide

Bron H:les verbes pouvoir et vouloir 

Slide 4 - Tekstslide

Pouvoir - passé composé
Frans
Nederlands
J'ai pu
Ik heb gekund
Tu as pu
Jij hebt gekund
Il / elle / on a pu 
Hij/ zij / men heeft gekund
Nous avons pu
Wij hebben gekund
Vous avez pu
Jullie hebben gekund / u heeft gekund
Ils / elles ont pu
Zij hebben gekund

Slide 5 - Tekstslide

Vouloir (passé composé)
j'
tu
il / elle / on

nous
vous
ils / elles
avoir + volt. deelwoord
ai voulu
as voulu
a voulu

avons voulu
avez voulu
ont voulu

Slide 6 - Tekstslide

O.v.t van Pouvoir (imparfait)
  1. Neem de stam
  2. (hoe vind je die ook alweer?
  3. Zet daar de uitgangen van de imparfait achter
  4. welke zijn dat ook alweer?
  5. je,    tu,  il/elle/on,  nous, vous, ils/elle
  6. ais, ais,  ait         ,       ions,   iez,     aient

Slide 7 - Tekstslide

je moet van pouvoir en vouloir 3 tijden kennen:
de présent : tegenwoordige tijd
de passé composé : voltooide tijd (met hebben)
de imparfait : de verleden tijd

Slide 8 - Tekstslide

zij kunnen (pouvoir)
A
elles pouvent
B
elles ont pu
C
elles pouvaient
D
elles peuvent

Slide 9 - Quizvraag

vouloir en pouvoir
A
willen en kunnen
B
willen en weten
C
kunnen en willen
D
hebben en zijn

Slide 10 - Quizvraag

imparfait- pouvoir- nous
A
pouvions
B
peuvions
C
pouviez
D
pourrions

Slide 11 - Quizvraag

Pouvoir=?
A
willen
B
mogen
C
kunnen
D
zwemmen

Slide 12 - Quizvraag

Vul de correcte vorm in van het werkwoord pouvoir in de imparfait
Je __________ aller à la maison
A
Pourrait
B
Pouvait
C
Pu
D
Pouvais

Slide 13 - Quizvraag

nous (pouvoir) passé composé
A
pouvont
B
avons pu
C
pouvons
D
avez pu

Slide 14 - Quizvraag

passé composé- pouvoir- tu
A
as pu
B
pu
C
pouvé
D
as pouvé

Slide 15 - Quizvraag

Ik snap hoe ik de imparfait moet gebruiken
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Het zou fijn zijn als de volgende les het volgende nog eens aan bod komt:

Slide 17 - Open vraag

Les devoirs
Faire (maken)
-leçon 3: opdracht 1 tm 11
Apprendre (leren):
-voca 3

Slide 18 - Tekstslide