BS1 - Bloed

Thema 12 - Transport en afweer
Basisstof 1 - Bloed
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 12 - Transport en afweer
Basisstof 1 - Bloed

Slide 1 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • De bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning:
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg en samen lezen - BS 1
  • Zelfstandig maken opdracht 1 t/m 7
  • Nakijken
  • Les samenvatting & Begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
Bloed vervoert voedingsstoffen, zuurstof en warmte door het lichaam.
Afvalstoffen worden door het bloed afgevoerd.

SAMENSTELLING BLOED
- Bloedplasma 55%
- Bloedcellen en bloedplaatjes 45%

BLOEDPLASMA
Water met plasma-eiwitten en opgeloste stoffen (zouten).

Functie bloedplasma:
- Vervoeren van zuurstof (kleine hoeveelheid), voedingsstoffen, hormonen, enzymen, geneesmiddelen, antistoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen. 
- Verspreiding van warmte door het lichaam. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
RODE BLOEDCELLEN
Ronde schijfjes met in het midden een indeuking.

- Ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.
- Hebben GEEN CELKERN.
- Leven 4 maanden en dan afgebroken in rode beenmerg, milt en lever.
- Bevatten hemoglobine.

Functie van rode bloedcellen - Vervoer van zuurstof. 

BLOEDARMOEDE
Het bloed bevat te weinig hemoglobine of te weinig rode bloedcellen.
Symptomen: Voortdurend zwak en moe voelen.
Oorzaak: Voedsel bevat te weinig ijzerzouten voor de vorming van hemoglobine. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
RODE BLOEDCELLEN
- Ontstaan uit stamcellen 
in het rode beenmerg.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
WITTE BLOEDCELLEN
Cellen met celkern.

- Hebben geen vaste vorm; Hierdoor kunnen ze door de wand van de haarvaten heen.
- Ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg. 
- Witte bloedcellen die antistoffen vormen ontwikkelen zich verder in lymfeknopen.





Slide 7 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
Functie witte bloedcellen - Afweer tegen ziekteverwekkers.

Afweer kan op 2 manieren:
- Sluiten bacteriën in.
- Antistoffen.




ETTER / PUS - Dode witte bloedcellen en gedode bacteriën.


LEUKEMIE - Vorm van kanker in het beenmerg waarbij er teveel witte bloedcellen worden gevormd, die niet goed werken.
Er worden te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes gemaakt. 

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
BLOEDPLAATJES
Delen van uiteengevallen cellen, ZONDER CELKERN.


- Ontstaan in het rode beenmerg.


Functie bloedplaatjes: Bloedstolling (bloed wordt dik of vast)

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg BS1 - Bloed
BLOEDSTOLLING
- Bij verwonding wordt het bloedvat nauwer.
- Bloedplaatjes kleven aan de beschadigde bloedvatwand en vormen een propje.
- Uit deze bloedplaatjes komen stoffen vrij die fibrinogeen omzetten in fibrine.
- Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond waarin bloedcellen blijven hangen.
- De wond wordt afgesloten met een bloedstolsel.
- Door indroging ontstaat een korstje. 



TROMBOSE
Een bloedstolsel (bloedprop) binnen een bloedvat.
Het bloedvat wordt hierdoor afgesloten. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!

Maken opdrachten 1 t/m 7 in stilte


Klaar met de opdrachten - Nakijken
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd in BS1?

Even een paar vragen.....

Slide 13 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd in BS1?
Samenstelling bloed - Bloedplasma 55% en bloedcellen en bloedplaatjes 45%

Bloedplasma  - Water met plasma-eiwitten en opgeloste stoffen (zouten).
Functie bloedplasma:
- Vervoeren van zuurstof (kleine hoeveelheid), voedingsstoffen, hormonen, enzymen, geneesmiddelen, antistoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
- Verspreiding van warmte door het lichaam. 

Rode bloedcellen - Ronde schijfjes met in het midden een indeuking.
- Ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.
- Hebben GEEN CELKERN.
- Leven 4 maanden en dan afgebroken in rode beenmerg, milt en lever.
- Bevatten hemoglobine.

Functie van rode bloedcellen - Vervoer van zuurstof.






Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd in BS1?
Bloedarmoede - Het bloed bevat te weinig hemoglobine of te weinig rode bloedcellen.
Symptomen: Voortdurend zwak en moe voelen.
Oorzaak: Voedsel bevat te weinig ijzerzouten voor de vorming van hemoglobine. 

Witte bloedcellen - Cellen met celkern.
- Hebben geen vaste vorm; Hierdoor kunnen ze door de wand van de haarvaten heen.
- Ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.
- Witte bloedcellen die antistoffen vormen ontwikkelen zich verder in lymfeknopen.

Functie witte bloedcellen - Afweer tegen ziekteverwekkers, kan op 2 manieren: Sluiten bacteriën in of antistoffen.

Etter / pus - Dode witte bloedcellen en gedode bacteriën.

Leukemie - Vorm van kanker in het beenmerg waarbij er teveel witte bloedcellen worden gevormd, die niet goed werken.
Er worden te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes gemaakt. 








Slide 15 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd in BS1?
Bloedplaatjes - Delen van uiteengevallen cellen, ZONDER CELKERN.
- Ontstaan in het rode beenmerg.

Functie bloedplaatjes: Bloedstolling (bloed wordt dik of vast). 

Bloedstolling:
- Bij verwonding wordt het bloedvat nauwer.
- Bloedplaatjes kleven aan de beschadigde bloedvatwand en vormen een propje.
- Uit deze bloedplaatjes komen stoffen vrij die fibrinogeen omzetten in fibrine.
- Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond waarin bloedcellen blijven hangen.
- De wond wordt afgesloten met een bloedstolsel.
- Door indroging ontstaat een korstje.

Trombose - Een bloedstolsel (bloedprop) binnen een bloedvat. Het bloedvat wordt hierdoor afgesloten. 







Slide 16 - Tekstslide

Begrippen BS1
Bloedplasma - Waterig deel van het bloed met plasma-eiwitten en andere opgeloste stoffen.

Rode bloedcellen - Ronde bloedcellen zonder celkern; vervoeren zuurstof.

Hemoglobine - Eiwit in rode bloedcellen dat zorgt voor de binding met zuurstof. 

Bloedarmoede - Het bloed bevat te weinig hemoglobine of te weinig rode bloedcellen.

Witte bloedcellen - Onregelmatig gevormde bloedcellen met celkern; maken ziekteverwekkers onschadelijk.

Leukemie - Beenmergkanker.

Bloedplaatjes - Delen van cellen zonder celkern; belangrijk voor de bloedstolling.

Trombose - Een bloedstolsel (bloedprop) binnen een bloedvat. Het bloedvat wordt hierdoor afgesloten. 

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
Basisstof 1 van Thema 12

Opdracht 1 t/m 8 maken en nakijken.
Leren basisstof 1

Slide 18 - Tekstslide