Engels klas 2 C Extra herhaling Grammar 9 en 10 Theme 4 (blz. 51 en blz.55)

Herhaling grammar 9 en 10 Theme 4 klas 2 C

In deze extra herhalingsles ga je voor jezelf herhalen en vaststellen wat je nog weet van grammar 9 (blz. 51) en grammar 10 (blz. 55).
.

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammar 9 en 10 Theme 4 klas 2 C

In deze extra herhalingsles ga je voor jezelf herhalen en vaststellen wat je nog weet van grammar 9 (blz. 51) en grammar 10 (blz. 55).
.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Verschil verleden tijd en duurvorm verleden tijd





In de verleden tijd eindigen de meeste woorden op -ed  (b.v. stop=>stopped) en sommige veranderen van vorm of klank (ring-rang of drive=>drove)
duurvorm  verleden tijd = was of were + werkwoord + ing

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

REFRESH YOUR MEMORY
Welke werkwoordstijd is:
"She played the piano"
A
present simple
B
present continuous
C
past simple
D
past continuous

Slide 6 - Quizvraag

REFRESH YOUR MEMORY
Welke werkwoordstijd is:
"She was playing the piano"
A
present simple
B
present continuous
C
past simple
D
past continuous

Slide 7 - Quizvraag

REFRESH YOUR MEMORY
Welke werkwoordstijd is:
"She plays the piano"
A
present simple
B
present continuous
C
past simple
D
past continuous

Slide 8 - Quizvraag

Maak van deze zin de duurvorm van de verleden tijd (past continuous):
She walked with the dog

Slide 9 - Open vraag

Maak van deze zin de onvoltooid verleden tijd (past continuous):
She played the piano

Slide 10 - Open vraag

Hoe maak je nu de duurvorm van de verleden tijd?

Slide 11 - Open vraag

Maak de duurvorm van de verleden tijd van deze zin: The dog walks.

Slide 12 - Open vraag

Maak de duurvorm van de verleden tijd: John watches the news.

Slide 13 - Open vraag

Kies de juiste vorm van de duurvorm van de verleden tijd (past continuous) .

We ........ .......... together at that moment.
A
played
B
are playing
C
play
D
were playing

Slide 14 - Quizvraag

Vul de duurvorm in van de verleden tijd

She .............. ....... the piano. (play)

Slide 15 - Open vraag

Vul de duurvorm van de verleden tijd in.

I .......... ........... to your story. (to listen)

Slide 16 - Open vraag

Grammar
Exercise 2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aanbieden en belofte

Slide 22 - Tekstslide

Peter .... study History after his exams.
A
will
B
is going to

Slide 23 - Quizvraag

What are you doing next weekend?
I .... celebrate my birthday Saturday night.
A
am going to
B
will

Slide 24 - Quizvraag

Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.
A
am going to
B
will

Slide 25 - Quizvraag

Look at the clouds! It ...... rain!
A
is going to
B
will

Slide 26 - Quizvraag

I think the Dutch team .... win the match.
A
is going to
B
will

Slide 27 - Quizvraag

I ...... my niece this week.
A
will visit
B
'm going to visit

Slide 28 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich.
A
am going to make
B
will make

Slide 29 - Quizvraag

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... tomorrow's match.
A
will win
B
is going to win

Slide 30 - Quizvraag

Look! He ...... off his bike!
A
will fall
B
is going to fall

Slide 31 - Quizvraag

Marc ...... this week. He has broken his knee.
A
isn't going to train
B
won't train

Slide 32 - Quizvraag

FINISHED!

Slide 33 - Tekstslide