Present simple versus present continuous explanation (01-10-2024)

Present simple versus present continuous explanation (01-10-2024)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Present simple versus present continuous explanation (01-10-2024)

Slide 1 - Tekstslide

Today's Programme
*Check exercises worksheet... Vergelijkingen maken en overtreffende trap
*Herhaling: present simple (gewoontes) & present continuous (dingen doe nu aan het gebeuren zijn)
*Work in two groups:
-Do: practise exercises
-Check practise exercises 

Slide 2 - Tekstslide

Learning tips: 
*Woorden leren: Afdekken, hardop oplezen, in studygo (heette vroeger 'WRTS') zetten
Expressions: die zou ik altijd overschrijven, omdat de spelling ook belangrijk is. Je krijgt de volle punt per vraag als je alle woorden in een zin goed gespeld hebt.. 
Grammatica: lees de study boxes over en bekijk je aantekeningen. Daarna oefen je op: 'Versterk Jezelf' en www.engelsklaslokaal.nl


*Algemene leertip: leer in 'blokken'. Het kan helpen om een stopwatch te gebruiken (20 minuten en dan even een kleine pauze nemen; dan pak je even wat drinken bijv.. 

Slide 3 - Tekstslide

They ________(play) hockey every Saturday.

Hockey is their hobby.
A
play
B
am playing.

Slide 4 - Quizvraag

Present simple (gewoontes)
*Vind je de term: 'present simple' verwarrend: vergeten!
Onthoud dan: 'de tijd die aangeeft dat iets een gewoonte is.'
-I play 
-you play
-he/she/it plays  (bij he/she/it zet je er een -s achter)
-we play 
- they play

Slide 5 - Tekstslide

signaalwoorden in een zin
Hoe herken je die? 
-always, sometimes, often, usually, never
-every week, every month, every day, every year 

Slide 6 - Tekstslide

My sister sometimes 1.________(worry) about what is happening in the world after she 2. ________(watch) the news. She always 3.___________(play) games to ease her mind.
A
1. worrys 2. watchs 3. plais
B
1. worries 2. watches 3. plais
C
1. worries 2. watches 3. plays
D
1. worrys 2. watchs 3. plays

Slide 7 - Quizvraag

Let op!
My father always stays at a hotel (klinker + y = s).

maar......
bij een medeklinker + y = ies.
he always studies in the media library.   (study) 
My sister sometimes hurries to catch her train.  (hurry)
she never worries about her dog.  (worry)

Slide 8 - Tekstslide

Als een werkwoord op een sis-klank eindigt (krijg je een -es) bij he/she/it

She  watches TV every evening. 
My father always kickboxes on Saturdays. 
Tip: spreek het woord even uit in je hoofd... (hoor je dan de sisklank?)

Dus niet:  she always watchs TV

Slide 9 - Tekstslide

1. My father usually _______(cook) dinner on Saturdays.

2. He ________(work) right now, so I will have to wait until Saturday for his delicious meals.

Slide 10 - Open vraag

Je bent iets op dit moment aan het doen...
*signaalwoorden at the moment, right now, now, as we speak
wat doe je dan? -> am/are/is  + werkwoord + ing 
I am walking to the  at the moment.
 you are listening to the teacher right now.  
The king is travelling to New York as we speak. 
The Queen is talking to her daughter right now
The dog is eating its food now
we are doing some exercises now

Slide 11 - Tekstslide

I sometimes _________ (talk) to my parents about how my day was at school.
I _________(not talk) to them right now, because I'm still at school.

Slide 12 - Open vraag

Waarom leren wij dit? 
Stel dat je met iemand in een Engelstalig land praat over een hobby, dan weet je dus hoe je dat doet in het Engels. Stel dat je ergens mee bezig bent, dan kun je dat ook heel duidelijk in het Engels aan geven. 

Slide 13 - Tekstslide

Do: exercises 

time: ______________

outcome: we're checking the answers together..

Slide 14 - Tekstslide