Kapitel 1, Lektion 6

Lernziele (A1)
Je kunt zinnen schrijven over jezelf en over andere mensen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lernziele (A1)
Je kunt zinnen schrijven over jezelf en over andere mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wiederholung
1.  grootouders     Wo wohnen deine _________________? 
2.  broer                   Mein _____________ ist 18 Jahre alt. 
3.  dochters           Er hat zwei ______________.
4.  zus                      Meine ___________ wohnt in Stuttgart. 
5.  stiefmoeder    Ich habe eine __________________.
6.  kleinkind          Wie heißt dein __________________? 
7.  gezin                   Er hat eine kleine _______________. 
     

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Um welchen Monat geht es? Notiere den Monat

Slide 4 - Tekstslide

In diesem Monat ist Halloween.

Slide 5 - Open vraag

In diesem Monat beginnt der Herbst.

Slide 6 - Open vraag

Dieser Monat liegt zwischen Februar und April.

Slide 7 - Open vraag

In diesem Monat ist Weihnachten.

Slide 8 - Open vraag

Das ist der vierte Monat im Jahr.

Slide 9 - Open vraag

Lies die Texte E-Mailfreunde und Das bin ich. Suche die Übersetzung der Sätze in den Texten. 

Slide 10 - Tekstslide

Foto: E-Mailfreunde 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed.

Slide 12 - Open vraag

Ik ben op 26 juli jarig. Wanneer ben jij jarig?

Slide 13 - Open vraag

Heb je broers of zussen?

Slide 14 - Open vraag

Mijn beste vriend heet Dominik en hij is grappig.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf alsjeblieft snel terug.

Slide 16 - Open vraag

Foto: Das bin ich

Slide 17 - Tekstslide

Ik ben bijna vijftien jaar oud.

Slide 18 - Open vraag

Ik ben 1,70 m lang en slank.

Slide 19 - Open vraag

Ik ben netjes, aardig, maar nooit op tijd.

Slide 20 - Open vraag

Ik winkel graag met mijn vriendinnen.

Slide 21 - Open vraag





Beschreibe eine Person auf diesem Bild. Benutze die Texte und die Lernbox von Lektion 3 und 6. Schreibe mindestens sechs Sätze. 

Beispiel: Das ist Hugo. Er ist klein...

Slide 22 - Tekstslide

Quiz über Hamburg 

Slide 23 - Tekstslide

Waar in Duitsland ligt Hamburg?
A
in het zuiden van Duitsland
B
in het oosten van Duitsland
C
in het noorden van Duitsland

Slide 24 - Quizvraag

In welke twee steden bevinden zich de grootste havens van Europa?
A
Hamburg en Barcelona
B
Hamburg en Rotterdam
C
Hamburg en Dover

Slide 25 - Quizvraag

Hoe veel bruggen zijn er in Hamburg?
A
meer dan 1000
B
meer dan 2000
C
meer dan 3000

Slide 26 - Quizvraag

Welke musicus is in Hamburg geboren?
A
Felix Jeahn
B
Til Schweiger
C
Karl Lagerfeld

Slide 27 - Quizvraag