Lesdag 3 online SOW Blok 1 Communicatie

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mina gaat los
De besloten groep
Opiniestuk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stelling
Communiceren is makkelijk, iedereen kan het

Slide 5 - Tekstslide

Vraag

Wat zijn jouw sterke kanten in het voeren van een gesprek?


Wat wil je leren in het communiceren en gespreksvoering?

Slide 6 - Tekstslide

Communicatie
Wat is communicatie?
Hoe communiceer je?
Wanneer communiceer je?

Slide 7 - Tekstslide


Wat is communicatie? 

Het bedoeld of onbedoeld overbrengen van een bepaalde boodschap op iemand anders


Hierbij is altijd sprake van een zender, een ontvanger.

Slide 8 - Tekstslide




Communicatie schema

Slide 9 - Tekstslide

Communicatie
Communicatie is goed als
  • De ander begrijpt wat jij bedoelt
  • Jij begrijpt wat de ander bedoelt
    Dit doe je door
  • Vragen te stellen
  • Actief te luisteren
  • Controleren

Slide 10 - Tekstslide

Soorten communicatie
  • Eenzijdige communicatie
  • Tweezijdige communicatie
  • Meerzijdigecommunicatie

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 12 - Open vraag

Verbale communicatie

Slide 13 - Woordweb

Non verbale communicatie

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

SOCIAL MEDIA

Slide 17 - Tekstslide

Ruis
- Veel lawaai om je heen
- Andere taal
- Van binnenuit --> je bent moe of je vind iemand niet aardig.
- onduidelijk praten
Vraag:

WANNEER HEB JIJ LAST VAN RUIS?

Slide 18 - Tekstslide

Communicatiestoornis

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Een ander aanraken
Wat vinden wij daar van

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is belangrijk tijdens
het luisteren?

Slide 23 - Woordweb






Gespreks
technieken

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

  • Open vragen
  • Gesloten vragen
  • Doorvragen
  • Waarom vragen
  • Dubbele vragen
  • Reflecterende vragen
  • Suggestieve vragen

Slide 27 - Tekstslide

Communicatie
Gesloten vraag:
Kan je alleen ja of nee beantwoorden
  • Gaat het goed? 

    Open vraag:
    Kan verschillende, vaak langere, antwoorden hebben
  • Hoe gaat het met je?


Slide 28 - Tekstslide

Rollenspel
  1.  Merel maakt groepjes van 4 personen. A, B en C en D
  2. A voert een vraaggesprek (interview van 5 minuten) met persoon B. Dit gesprek gaat over wat voor leven B over 5 jaar wil hebben.
  3. Persoon A mag niks over zichzelf vertellen! Het gaat om persoon B
  4. C en D letten goed op hoe A vragen stelt en luistert.
  5. Bespreek met elkaar welke soort vragen er gesteld zijn en hoe er geluisterd is.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap

Slide 31 - Quizvraag

De arts hoort niet wat de verzorgende vraagt, omdat ze vlak bij een piepende monitor staat. Er is sprake van...
A
Een communicatieprobleem
B
Communicatieruis
C
Een communicatiestoornis

Slide 32 - Quizvraag

Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en lesboek
C
Lachen, boos kijken en oogcontact

Slide 33 - Quizvraag

Waarom vraag je dat? is een
A
Tegenvraag
B
Verduidelijkingsvraag

Slide 34 - Quizvraag

Noem drie voorbeelden van verbale communicatie
A
Praten, fluisteren en schreeuwen
B
Praten, vlog en e-mail
C
Boos kijken, praten en logboek

Slide 35 - Quizvraag

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 36 - Sleepvraag


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 37 - Quizvraag

Feedback: wat is het?
  • Feedback is een reactie op gedrag of op het werk.
  • Feedback kan een top zijn: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft een compliment.
  • Feedback kan ook een tip zijn: het gedrag of het werk kan verbeterd worden.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Wat ging er fout?

Slide 40 - Woordweb

Wat is jouw eigen ervaring met feedback?

Slide 41 - Woordweb

Ik geef feedback op stage, werk
of op school.
A
vaak
B
soms
C
nooit

Slide 42 - Quizvraag


Ik vind feedback geven moeilijk.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 43 - Quizvraag


Ik vind feedback krijgen moeilijk.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Video

Feedback = kritiek geven
A
nee
B
ja

Slide 46 - Quizvraag

Er zijn twee vormen feedback.
Welke vormen hoorde je in de film?
A
groen en rood
B
positief en negatief
C
tips en tops
D
tevreden en ontevreden

Slide 47 - Quizvraag

Schrijf twee redenen op waarom feedback geven belangrijk is.

Slide 48 - Open vraag

Dit wil ik leren als ik feedback geef.

Slide 49 - Open vraag

Schrijf twee dingen op die je
vandaag hebt geleerd.

Slide 50 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je nog wilt weten of leren.

Slide 51 - Open vraag

Ideeën voor jaar afsluiting

Slide 52 - Woordweb

Complimenten douche!

Slide 53 - Tekstslide

Volgende week weer op school les!

Slide 54 - Tekstslide