3HV de weerstands-challenge

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom klas 3

Programma:

• Herhaling serie en parallel

Lesdoelen, je leert:

De R_v van serie- parallel en 

gecombineerde schakelingen berekenen

Serieschakeling van weerstanden 

R₁=10 Ω 

R₂=10 Ω 

De stroom moet door beide weerstanden: dat is dus "moelijker"

R_totaal=R₁+R₂  

_Dus: R_totaal=10+10=20 Ω 

Parallelschakeling van weerstanden 

R₁=10 Ω 

R₂=10 Ω 

De stroom kan door beide weerstanden: dat is dus "makkelijker"

​R​totaal​​​​1​​=​R​​1​​​1​​+​R​​1​​​2​​

​R​totaal​​​​1​​=​10​​1​​+​10​​1​​

R​totaal​​=​​10​​1​​+​10​​1​​​​1​​=5

Ω

Weerstandschallenge

We beginnen makkelijk

We gaan door tot heel moeilijk

Zowel met getallen als symbolisch

Maak de opgaven in je schrift

Op de laatste slide lever je je antwoorden als foto in.

1. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv=50Ω

2. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv=R1+R2

3. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

KEN JE HET knopje x-1  ??

1/Rv=1/30+1/20

dus 

Rv=12Ω

4. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

1/Rv=1/R1+1/R2

dus 

Rv=1/(1/R1+1/R2)

5. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:     

Rv=1/(1/30+1/20)+60 

Rv=72Ω

6. Weerstand en geleiding

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv=1/(1/R1+1/R2)+R3

7. Weerstand en geleiding

Schat van de volgende schakeling de R_v:

Een snelle schatting toont dat de onderste tak ergens in de kΩ's zit.

Dus die doet nauwelijks mee. Rv zal dus zo'n 60Ω zijn.

Ofwel, precies: 57,3Ω

8. En nu "moeilijk" 

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv is (de parallelschakeling van R1 R2 en R4) + R3

dus: (1/(1/60+1/20+1/30))+60=70Ω

9. En nu "moeilijk" 

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv=32,7Ω

10. En nu "moeilijk" 

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Rv=1/(1/R4+1/(R3+1/(1/R1+1/R2)))

En nu "moeilijk" 

Bereken van de volgende schakeling de R_v:

Deze KAN heel snel:

En kun je deze ook 

symbolisch oplossen?

20

Lever je werk in als foto

huiswerk

lees 134 en 135

Maak opgaven:

Havo: 54, 53, 56

VWO: 49, 50, 51