20241007 Adverbs of Frequency

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What has a face and two hands but no arms or legs?

Slide 2 - Woordweb

A clock
You can find it in Mercury, Earth, Mars, Jupiter, and Saturn, but not in Venus or Neptune. What is it?

Slide 3 - Woordweb

The letter R
I am always hungry and will die if not fed, but if you water me, I’ll die. What am I?

Slide 4 - Woordweb

a fire
Adverbs of Frequency
At the end of the lesson you know:

1. the meaning of these words
2. Where to place them in a sentence

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you know the meaning of these words in Dutch?
af en toe
soms
nauwelijks
nooit
altijd
vaak
in het algemeen
gewoonlijk
zelden
hardly ever
never
always
sometimes
often
generally
usually
rarely
occasionally

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar - adverbs of Frequency
copy the words and translate them
never
hardly ever
rarely
occasionally
sometimes
frequently
often
generally
usually
always

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

never
hardly ever
rarely
occasionally
sometimes
frequently
often
generally
usually
always

nooit
nauwelijks
zelden
af en toe
soms
regelmatig
vaak
in het algemeen, doorgaans
gewoonlijk
altijd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar - adverbs of Frequency
Adverbs of Frequency geven aan hoe vaak je iets doet.

Plaats in de zin:
1. voor het werkwoord -> I always walk to school.
2. bij am/is/are komt het erna -> she is never late for school. 
3. Heb je meer werkwoorden? Dan komt de adverb tussen de werkwoorden in te staan -> Gillian will never leave England. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs of frequency komt meestal
A
voor het werkwoord
B
na het werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij am/is/are komt het werkwoord
A
Voor am/are/is
B
Na am/are/is

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft een adverb of frequency aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Waarom iets gebeurt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke is correct?
I _____ remember to do my homework.
A
likely
B
usually
C
once
D
loudly

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de zin waar de adverb of frequency juist is geplaatst.
A
Every day I have English lessons
B
I have every day English lessons.
C
I have English lessons every day

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de zin waar de adverb of frequency juist is geplaatst.
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Practise
In the next two slides you'll find online exercises. 
Do the exercises and check the anwers.

Finished? Work on your worksheet (homework for Friday)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies