9-1 Positief en negatief

9-1 positief en negatief
Je hebt nodig:
 boek en schrift 
schrijfgerei
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9-1 positief en negatief
Je hebt nodig:
 boek en schrift 
schrijfgerei

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je leert wat positieve en negatieve getallen zijn.
  • Je kunt positieve en negatieve getallen aangeven op de getallenlijn.
  • Je kunt de tekens voor groter dan en kleiner dan gebruiken.
  • Je weet wat tegengestelde getallen zijn.


Slide 2 - Tekstslide

deze les
GEEN REKENMACHINE

herhalen
uitleg
zelfstandig werken
nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de som van 7, 15 en 13
A
7 + 15 + 13 = 35
B
7 x 15 x 13 = 1365
C
15- 13 - 7 = -5
D
7:15:13=0,35...

Slide 4 - Quizvraag

Welke bewerking hoort bij verschil
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 5 - Quizvraag

Negatieve getallen
Waar kom je ze tegen?

Slide 6 - Woordweb

Waar je ze bijv. tegenkomt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Positief of negatief?
27
A
Positief
B
Negatief

Slide 9 - Quizvraag

Positief of negatief?
-6
A
Positief
B
Negatief

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de getallen naar de juiste plaats
-6,5
-4,5
-1,5
0,5
3,5

Slide 11 - Sleepvraag

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.

Bijvoorbeeld:
De getallen -3 en 3 zijn elkaars tegengestelden







Slide 12 - Tekstslide

Het tegengestelde getal van -7 =

Slide 13 - Open vraag

Het tegengestelde getal van 2 =

Slide 14 - Open vraag

Groter dan  >       
Kleiner dan  <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Slide 15 - Tekstslide

Ezelsbruggetjes
Van < kun je een k maken van kleiner dan

De punt wijst altijd naar het kleinste getal

Slide 16 - Tekstslide

Vul < of > in:
-3 ... 2

Slide 17 - Open vraag

Vul < of > in:
-5 ... -6

Slide 18 - Open vraag

Vul < of > in:
-1,5 ... -1,05

Slide 19 - Open vraag

zelfstandig werken
Maak paragraaf 9.1 = huiswerk
Kader en TL
blz. 46 - 47- 48
Ben je klaar? Nakijken via je laptop!
Moet na de vakantie op maandag 9 mei het 2de uur af zijn.



.......

Slide 20 - Tekstslide