Democratische rechtstaat in Nederland

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Met welk document namen de Nederlanders in 1581 afscheid van Filips II?
A
De Unie van Utrecht
B
Het Smeekschrift der Edelen
C
Het pamflet "Aan het Volk der Nederlanden"
D
Het Plakkaat van Verlatinghe

Slide 2 - Quizvraag

Wie besloten in de Republiek over de buitenlandse politiek en handel?
A
De Staten - Generaal
B
De Eerste Kamer
C
De gewestelijke staten
D
Het parlement

Slide 3 - Quizvraag

Wie waren de patriotten?
A
Nederlanders die zich wilden aansluiten bij Frankrijk
B
Nederlanders die zich wilden aansluiten bij Spanje
C
Nederlanders die meer democratie wilden
D
Nederlanders die een Oranje als koning wilden

Slide 4 - Quizvraag

Wat was geen gevolg van de Bataafse Revolutie?
A
Een grondwet
B
Democratische verkiezingen
C
De vlucht van de stadhouder
D
Een nieuwe stadhouder: Willem V

Slide 5 - Quizvraag

Wie maakte er een einde aan de Bataafse republiek?
A
Koning Willem I
B
Thorbecke
C
Napoleon Bonaparte
D
Johan Derk van der Capellen tot den Pol

Slide 6 - Quizvraag

Met welk doel werd het Koninkrijk der Nederlanden opgericht in 1815?
A
Als tegenwicht tegen Engelse agressie
B
Als tegenwicht tegen Franse agressie
C
Als tegenwicht tegen Spaanse agressie
D
Als tegenwicht tegen Duitse agressie

Slide 7 - Quizvraag

Wie had de hoogste macht in Nederland tussen 1815 en 1848?
A
De Staten - Generaal
B
De Tweede Kamer
C
Koning Willem I
D
De regenten

Slide 8 - Quizvraag

In 1848 kwam er een nieuwe grondwet. Welke politieke stroming ontwierp deze grondwet?
A
De socialisten
B
De liberalen
C
De confessionelen
D
De nationalisten

Slide 9 - Quizvraag

De grondwet van 1848 zorgde voor grote veranderingen. Welke verandering hoort niet bij 1848?
A
Algemeen kiesrecht
B
Verkiezingen om de 4 jaar
C
Ministeriële verantwoordelijkheid
D
Vrijheid van godsdienst

Slide 10 - Quizvraag

Wie had de hoogste bestuurlijke macht in Nederland na 1848?
A
De Staten - Generaal
B
De Tweede Kamer
C
Koning Willem II
D
De regenten

Slide 11 - Quizvraag

Politieke Partijen

Slide 12 - Woordweb

Links
midden
rechts

Slide 13 - Sleepvraag

Doe de kieswijzer
Ga naar:
https://www.welkepartijpastbijmij.nl/ 

Slide 14 - Tekstslide

H1. Het denken over staat en onderdanen.

Slide 15 - Tekstslide

Vul het schema in

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

H2 Verlichting en Revolutie, 1780-1814

Slide 18 - Tekstslide

Bestuur van de Republiek

Slide 19 - Tekstslide

Lezen §2.1
Maken 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Achteruitgang van de economie na 1672
Landbouw
Landbouw achteruit:
  • Afzetproblemen.
  • Hoge lonen en belastingen.
  • Veepest.

Handel
Internationale handel minder:
Door concurrentie, verzanden havens en oorlogen.
Amsterdam als stapelmarkt minder belangrijk door voorbijlandvaart.
VOC en WIC werden minder winstgevend en gingen failliet.

Nijverheid
Nijverheid slechter:
Scheepsbouw en trafieken hadden het zwaar.
Textielindustrie naar het platteland (hier dus wel groei).

Slide 21 - Tekstslide

Lezen §2.2
Maken 4

Slide 22 - Tekstslide

Bataafse Revolutie
Invloed Amerikaanse Revolutie en Verlichting
  • Pamflet Joan Derk van der Capellen tot den Pol
  • Kritiek op bestuur Willem V
  •  Patriotten(democraten en regenten)
  • 1787 Patriotten grijpen de macht, koning Pruisen grijpt in
  • 1795 patriotten komen met Franse soldaten mee

Herstel van de oude glorie van de Republiek
Stadhouder Willem V voerde het land naar de ondergang
Milities
Verantwoordelijkheid in stadsbesturen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Lezen §2.3-2.5
Maken 3, 5, 7, 9, 10 en 11

Slide 25 - Tekstslide

De Eerste grondwet en het Burgerlijk Wetboek
Staatsregeling van 1798, de eerste grondwet van ons land. 
Uitgangspunten
Gelijkheid van alle burgers voor de wet
Scheiding van de machten
Onafhankelijkheid van de rechtelijke macht
Gevolgen
Steden: stadsrechten inleveren
Platteland: heerlijke rechten verdwijnen

Slide 26 - Tekstslide

Franse Revolutie
  • Einde feodale samenleving/standenmaatschappij
  • Natiestaat/centralisatie
  • Uitbreiding belastingheffing
  • Invoering algemene dienstplicht
  • Wettelijke gelijkheid van alle burgers.
  • 1810 Code Civil
  • 1838 Burgerlijk wetboek

Slide 27 - Tekstslide

Lezen §2.6-2.7
Maken 13, 15, 16, 17 en 18

Slide 28 - Tekstslide

H3 Koning en parlement, 1814-1848

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Koning Willem I
Na de val van Napoleon werd de zoon van stadhouder Willem V, koning van de Nederlanden, een constitutionele monarchie (maar niet in de praktijk)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Lezen §3.2
Maken 2, 5

Slide 33 - Tekstslide

Belgische Opstand
  • Onvrede in België
  • 1839 onafhankelijk
  • Aanpassing grondwet
autoritaire regeringsstijl van Koning Willem I
het gedwongen gebruik van het Nederlands
de achterstelling van de katholieken
Ministers strafrechtelijk verantwoordelijk
Contraseign

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Lezen §3.3
Maken 6

Slide 36 - Tekstslide

Een nieuwe grondwet
Willem II volgde in 1840 zijn vader op. Hij werd met vele problemen geconfronteerd:
  • Afscheiding België (financiële ramp)
  • Schulden door legerkosten
  • Belasting op eerste levensbehoeften
  • Hongersnood door misoogst

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Revolutiejaar 1848
Thorbecke krijgt de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven. Nieuwe parlementaire stelsel


Nieuwe parlementaire stelsel
  • 1e kamer benoemd door provinciebesturen, 2e kamer door burgers gekozen
  • koning is onschendbaar
  • Ministers zijn verantwoordelijk, ze moeten zich verantwoorden voor het parlement en hebben een Kamermeerderheid nodig om te regeren
  • Censuskiesrecht

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Lezen §3.4-3.5
Maken 9

Slide 42 - Tekstslide

Grondwetten vergelijken
Maak de opdracht waarin je een vergelijking maakt tussen de Staatsregeling en de grondwetten van 1814, 1840 en 1848.

Slide 43 - Tekstslide

H4 Naar een parlementaire democratie 1848-1914

Slide 44 - Tekstslide

Politieke stromingen in de 19e eeuw
Opdracht politieke stromingen in de 19e eeuw:
Presentatie
Debat

Slide 45 - Tekstslide