Klass janet - Anatomie p2 wk 7 Voortplantingsstelsel

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe voorbereid voel jij je op de toets voor volgende week?
(0 = helemaal niet. 10 = ik ga alles goed hebben)

0100

Geef eens een goed advies aan de andere studenten voor het leren (1 minuut)

stelling: een vrouw produceert in haar leven ongeveer 500 rijpe eicellen voor de voortplanting

1. waar
2. niet waar

Hoeveel rijpe zaadcellen produceert een man per 24 uur

1. 400
2. 1000
3. 40.000
4. 2000 miljoen

Seksuologie: mensen hebben ook seks voor de lol, niet alleen voor voortplanting.
Er zijn ook diersoorten die seks voor de lol hebben. Welke zijn dat?

1. mieren
2. dolfijnen
3. olifanten
4. bidsprinkhaan

Leerdoelen

Hoofdleerdoel

De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het voortplantingsstelsel.

Subleerdoelen

 De student kan:

1. uitleggen wat de ligging, bouw, functie van de geslachtsorganen van de man zijn en kan deze in het Nederlands benoemen en in het Latijn herkennen en aanwijzen bij de man en de vrouw
2. aangeven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn
3. de menstruatiecyclus uitleggen
4. een omschrijving geven van de volgende begrippen: menstruatiefase, proliferatiefase, secretiefase, Graafs follikel, geel lichaam, bevruchting, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, HCG.
5. aangeven wat er gebeurt rond de overgang.

Hoe weet je welk geslacht
een mens heeft bij de geboorte?

Primaire geslachtskenmerken: (vanaf de geboorte aanwezig)

Vrouw: eierstokken, eileiders, baarmoeder, vagina en vulva

Man: penis, zaadballen, bijballen, zaadleiders, prostaat

Secundaire geslachtskenmerken: (groei door geslachtshormonen)

Vrouw: volgroeid zijn van de eierstokken, baarmoeder en vulva, menstruele cyclus, borsten, beharing onder oksels en de schaamstreek, verbreding bekken, toename van onderhuids vet op bepaalde plaatsen (heupen en bovenbenen)

Man: volgroeid zijn van de zaadballen, bijballen en penis, stemverlaging, beharing onder oksels, in de schaamstreek, het gezicht, op de borst en de ledematen, zwaardere botten en meer spierweefsel dan bij de vrouw

Primaire geslachts-

kenmerken vrouw

Secundaire geslachts-

kenmerken vrouw

Primaire geslachts-

kenmerken man

Secundaire geslachts-

kenmerken man

Baarmoeder

zaadleiders

stem-

verlaging

'baard in de keel'

Beharing van gezicht, borst, 

schaamstreek, oksels 

en ledematen

zwaardere botten

en meer spierweefsel

dan personen van het 

andere geslacht

prostaat

vulva

verbreding van 

het bekken

zaadballen en

bijballen

borsten

eierstokken

menstruele 

cyclus

Welk onderdeel van de vrouwelijke geslachts- organen is in de afbeelding aangeduid met het cijfer 1?

1. eileider
2. vagina
3. baarmoeder
4. eierstok

Wat is de functie van het onderdeel dat met het cijfer 3 is aangeduid?

1. verbinding vormen tussen baarmoeder en buitenwereld
2. vervoeren van eicel
3. innesteling van bevruchte eicel
4. produceren van eicellen en geslachtshormonen

Welk onderdeel van de mannelijke geslachts- organen is in de afbeelding aangeduid met het cijfer 4?

1. penis
2. zaadbal
3. bijbal
4. prostaat

Wat is de functie van het onderdeel dat met het cijfer 8 is aangeduid?

1. opslag van zaadcellen
2. vervoeren van zaadcellen
3. productie van vloeistof die de beweeglijkheid van de zaadcellen vergroot
4. productie van zaadcellen en geslachtshormonen

Wanneer de eicel niet bevrucht wordt:

Menstruatie-

fase

Proliferatie-

fase

Secretie-

fase

duurt 4-5 dagen

Duurt van de 15e - 28e dag

duurt van de 4e - 15e dag

baarmoederslijm- vlies wordt steeds dikker, hoeveelheid klierweefsel en bloedvaatjes neemt toe

klierweefsel gaat slijmerig vocht afscheiden, baarmoederslijmvlies zwelt op. Doorbloeding neemt verder toe

Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten, dit gaat gepaard met bloedverlies uit de vagina

treedt op wanneer er geen bevruchting heeft plaatsgevonden en oestrogeen- en progesteron- gehalte afnemen

staat onder invloed van progesteron, gevormd door het gele lichaam

staat onder invloed van oestrogeen, gevormd door de follikelcellen in de eierstok

Bevruchting

Wanneer de eicel bevrucht wordt:

Leerdoelen

Hoofdleerdoel

De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het voortplantingsstelsel.

Subleerdoelen

 De student kan:

1. uitleggen wat de ligging, bouw, functie van de geslachtsorganen van de man zijn en kan deze in het Nederlands benoemen en in het Latijn herkennen en aanwijzen bij de man en de vrouw
2. aangeven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn
3. de menstruatiecyclus uitleggen
4. een omschrijving geven van de volgende begrippen: menstruatiefase, proliferatiefase, secretiefase, Graafs follikel, geel lichaam, bevruchting, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, HCG.
5. aangeven wat er gebeurt rond de overgang.

Wat vond je vandaag het meest opvallende wat je hebt geleerd? 

Wat vond je vandaag het meest
opvallende wat je hebt geleerd?

Afsluiting

Doen na de les:

• uitwerken leerdoelen uit de LOEP met behulp van: de ingesproken Powerpoint (college voortplantingsstelsel), je aantekeningen van de les, je werkblad van het college en Traject Anatomie & Fysiologie - module 14 Voortplanting en seksualiteit (hoofdstuk 1)
• leerdoelen week 1 t/m 7 doornemen
   ter voorbereiding op de volgende
   les en op de toets.