H1 Wk 3 Stepping Stones Theme 1 E

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Reading 

A day in space

Habits in space

With the help of your neighbour write 4 daily habits of the astronauts in the present simple.

They wake up at 6:00 every day. 

goals

• understand the use of the present simple

• write about facts and habits

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

What do we use the
present simple for?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Making the Present Simple

I	cook
You	cook
She/He/It	cook s
We	cook
You	cook
They	cook

I cook every day

She cooks every day

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Tell me the rule!

They wash the car

She washes the car

The bees (they) buzz

The bee (it) buzzes

I fix my house

He fixes his house

You catch the ball 

She catches the ball

We miss home

He misses home

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Tell me the rule!

We do the homework

He does the homework

You go to school

She goes to school

Tell me the rule!

I study very hard

He studies very hard

We try new food

She tries new food

You cry every day

He cries every day

I fly to Germany

She flies to Germany

They buy socks

She buys socks

We play hockey

He plays hockey

You enjoy food

She enjoys food

BUT!

Homework check! (Pg. 61 ex. 31)

1. How are you? I am fine. 

2. That is a football match between Liverpool and Everton.

3. My dad is a big Everton fan and he never (4) misses a game.

5. He always goes to the stadium by train. 

6. A lot of other fans do the same.

7. They sing the song about Everton every time we reach a stop.

8. Dad always stops at a snack stand to buy us a chicken pie. 

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Homework check! (Pg. 62 ex. 32)

1. He never walks to school.

2. My dad cuts my hair once a month.

3. Grandma drinks tea in the afternoon.

4. My brother always reads in the bus.

5. I run in the park every morning.

B. Tell me about your own habits!

Homework check! (Pg. 63 ex. 33)

1. Do you buy new clothes when you go shopping?

Yes, I buy new clothes when I go shopping.

2. Does your best friend come with you when you go shopping?

Yes, my best friend comes with me when I go shopping. 

3. Do you and your friends go to the same shop every time?

Yes, me and my friends go to the same shop every time.

4. Do your parents give you money to go shopping?

Yes, my parents give me money to go shopping. 

Present simple is:
What is the present simple in Dutch?

1. Verleden tijd
2. Tegenwoordig tijd
3. Toekomst

Present simple:
What is the rule of the present simple?

1. SHIT-rule
2. hele werkwoord (with I, you, we, they) hele werkwoord + s (with he, she, it)
3. hele werkwoord
4. verb + -ed

Present simple:
Which sentence is in the present simple?

1. I am walking to school.
2. They walked to school.
3. We have walked to school.
4. He always walks to school.

Present simple:

Rule Example

 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)

als je het over het volgende hebt:

• feiten Water boils at 100 degrees.

• gewoontes I usually get up at 6.30.

• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.

• levendig beschrijving/dramatisch effect;

In 1099 William conquers England

Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S

I walk -> He walks

Present Simple:
Select an example of the present simple.

1. I travel to work four times a week.
2. I travelled to work four times a week.
3. I am travelling to work.
4. I have travelled to work.

Present Simple
Which sentence is in the present simple?

1. Lucy lives in London.
2. Lucy lived in London.
3. Lucy is living in London.
4. Lucy has lived in London.

Present simple:
I usually ... (go) to school.

Present simple:
They .. (visit) us often.

Present simple:
Tom ... (work) every day.

Present simple:
Maria... (catch) the ball.

Present simple:
My sister... (study) a lot.

Present simple:
My grandpa... (enjoy) classical music.

Write a sentence in present simple.
use the verb: do

make this sentence NEGATIVE:
He works in a restaurant.

Present simple: questions and answers

-Prepare 4 questions in the present simple about habits.

-Ask these questions to your neighbour, they have to answer with full sentences: 

Do you go to school every day?

Yes, I go to school every day / No, I don't go to school every day

Online games

1. Present simple: exceptions spelling

2. Present simple: correct or incorrect?

 3. Present simple complete the sentences

4. Present simple: affirmative or negative

Family A

Family B

-Introduce your family to your neighbour, who are they? What are their names?

-Describe them physically

-Describe their daily habits

Homework:

Pg. 63 ex 34 write email to Paul

Write it on a separate piece of paper to hand it in!