Hoofdstuk 4 les 2 de google code

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom:



de google code 


Slide 2 - Tekstslide

Feedback: Hoe beviel het luisteren onderdeel uit de lessonup?
A
Goed, vaker doen
B
Oke
C
Het hielp mij niet echt

Slide 3 - Quizvraag

Welke soorten zoeken zijn er?
A
Transactie, navigatie, informerend
B
Zoekend, vergelijkend, proberen
C
gokkend
D
misleidend

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel kevers rijden er rond in Nederland?

Slide 5 - Open vraag

Conclusie
Soms heb je andere (tref)woorden nodig in je zoekvraag om de informatie op een vraag te kunnen vinden. 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les  weet je hoe je op een effectieve manier informatie kan opzoeken met een zoekmachine 

Slide 7 - Tekstslide

Specifieke bestanden
Minder zoekresultaten = sneller klaar
Meer focus
Waarom?
Nut?

Slide 8 - Tekstslide

Het is deze les aan jou om 
- Te ontdekken
- Te leren
- Te zoeken op een nieuwe manier
- Werk de les d.m.v lessonup helemaal door.
- Gebruik vanaf hier google.nl

Slide 9 - Tekstslide

Ieder onderdeel heeft 1 opdracht. Je voert die uit met een zoekmachine en beschrijft de resultaten die je hebt gekregen. 
Na alle opdrachten volgen 3 vragen die je moet beantwoorden met behulp van de geleerde technieken.

Slide 10 - Tekstslide

Toetsenbord tip
Wil je de zoekresultaten niet kwijt raken? 
Druk dan ctrl in en klik dan op de link. Dan opent de site in een nieuw tabblad.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer je Engelse kernwoorden gebruikt krijg je vaak meer zoekresultaten.

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat valt je op als je kijkt naar de hoeveelheid resultaten die je vindt als je in het nederlands zoekt naar aantal corona doden en in het engels number of corona death?

Slide 13 - Open vraag

Zoekresultaten filteren
Google heeft de mogelijkheid om zoekresultaten te filteren.
1. klik op tools. 
2. je kan nu van alles aanpassen. 
Je kan zo gerichter zoeken, bijvoorbeeld op informatie die niet ouder is dan een week.

Slide 14 - Tekstslide

2. Wat is het meest recentste nieuws over Marvel films in de afgelopen week?

Slide 15 - Open vraag

Gericht zoeken
Wil je heel gericht zoeken naar Willem van Oranje dan moet je gebruik maken van de dubbele aanhalingstekens ( "..." ).
Hiermee zeg je tegen de zoekmachine dat het letterlijk naar deze woorden moet zoeken. 

Slide 16 - Tekstslide

3. Zoek gericht eens je naam op. hoeveel resultaten vind je? Wat valt je op aan die resultaten?

Slide 17 - Open vraag

Iets te gericht gezocht?
De dubbele aanhalingstekenings kunnen soms te specifiek zijn. 
Het bijvoorbeeld mis bij "armin van buuren".
We krijgen veel resultaten te zien, maar toch lopen we pagina's mis omdat we vooraf niet wisten dat zijn volledige naam Armin Jozef Jacobus Daniël van Buuren is. Dit los je op door een zogenaamde wildcard te gebruiken. Door een asterisk (sterretje) toe te voegen, geef je aan dat daar eventueel extra woorden (in dit geval namen) mogen voorkomen. De zoekopdracht "armin * van buuren" zorgt zo voor nog meer zoekresultaten. Een ander voorbeeld: tik je "even * bellen" dan vind je meer en andere resultaten dan wanneer je "even apeldoorn bellen" ingeeft.

Slide 18 - Tekstslide

4. Gebruik de asterisk * om de zoektocht naar je eigen naam te vergroten. Wat valt er op aan de resultaten? En hoeveel vind je nu?

Slide 19 - Open vraag

Woord uitsluiten
Je kan ook tegen Google zeggen dat bepaalde informatie juist niet weergegeven moet worden. Je gebruikt dan het minteken ( - )

Voorbeeld
Je zoekt een recept om koekjes te bakken, maar je wilt geen recepten krijgen waar het woord chocolade in voorkomt.

Slide 20 - Tekstslide

5.Zoek plaatjes van auto's maar sluit vrachtwagens uit. Hoe noteer je dit in google?

Slide 21 - Open vraag

je zoekt naar informatie over de leerlingenraad op onze school
type: jouwonderwep site:website.nl
Google binnen een site laten zoeken

Slide 22 - Tekstslide

6. Hoe zoek je via google binnen de site nos.nl wat er werd gezegd over de hagelstorm. Noteer hier onder hoe je dit opschrijft

Slide 23 - Open vraag

Synoniemen erbij betrekken?
 Het kan ook zijn dat er meerdere woorden voor hetzelfde gebruikt worden. Zoals toetje, dessert en nagerecht. Of fiets, tweewieler en rijwiel. Je kunt deze zoekwoorden natuurlijk allemaal zelf intikken, maar er zijn vast synoniemen waar je zo een-twee-drie niet opkomt. Gelukkig schiet Google te hulp. Om automatisch ook allerlei synoniemen in de zoekopdracht mee te nemen, gebruik je de tilde. Je zoekt dan op ~toetje of ~fiets.

Slide 24 - Tekstslide

7. Wat gebeurd er met resultaten wanneer je synoniemen truc toepast

Slide 25 - Open vraag

Een bepaald bereik nodig?
Soms zijn getallen belangrijk.  Zoals de periode waarin een auto of huis gebouwd moet zijn, of de prijsklasse van een product. Met drie puntjes kun je de zoekmachine hier rekening mee laten houden... Alle tekens in de reeks moet aan elkaar vastzitten. Er mogen ook geen puntjes in de getallen zitten (duizendtallen). 

Slide 26 - Tekstslide

8. Hoeveel resultaten vind je wanneer je zoekt naar kunst tussen 1500-1800 in ede?

Slide 27 - Open vraag

Bestanden filteren
Je kunt ook op zoek gaan naar bestanden, in plaats van naar informatie die ergens op een webpagina staat. Dat doe je door gebruik te maken van de opdracht filetype. Stel dat je eigenlijk alleen maar geïnteresseerd bent in cijfermateriaal over de groei van de bevolking. Dan tik je zoiets in als bevolkingsgroei filetype:xls. Je vindt nu alleen spreadsheets met informatie. Wil je juist voorkomen dat je zoiets als spreadsheets in de zoekresultaten tegenkomt, dan gebruik je juist bevolkingsgroei -filetype:xls.
xls: excel bestand
doc: word document
pdf: pdf document
epub: elektronisch boek
powerpoint: ppt

Slide 28 - Tekstslide

9. Zoek verschillende powerpoint presentaties over corona

Slide 29 - Open vraag

Keuzes maken
Standaard zoekt Google naar alle woorden die je opgeeft. Soms wil je echter naar het een of het ander zoeken. Dat kan door de opdracht OR te gebruiken. Bijvoorbeeld als je nog niet weet of je in de bergen van Zwitserland of Frankrijk wilt gaan wandelen. Aan je zoekopdracht voeg je dan zwitserland OR frankrijk toe. Let op dat OR dus wel in hoofdletters moet staan. Gebruik het liefst haakjes om je zoekopdracht te verduidelijken. Zoals wandelen (zwitserland OR frankrijk) of om het nog ingewikkelder te maken (wandelen OR fietsen) (camping OR hotel) (zwitserland OR frankrijk). In plaats van OR mag je trouwens ook | gebruiken, dus de verticale streep, ook wel pipeline genoemd.

Slide 30 - Tekstslide

Je moet een keuze maken tussen de Iphone 12 of de Samsung S21. Hoe kan de zoekmachine helpen?

Slide 31 - Open vraag

Om plaatjes te zoeken ga je naar images.google.nl

Slide 32 - Tekstslide

Zoekresultaten filteren
Ook bij afbeeldingen heb je de mogelijkheid om zoekresultaten te filteren. Je kan bijvoorbeeld aangeven hoe groot een afbeelding moet zijn of wat voor type afbeelding je zoekt.

Slide 33 - Tekstslide

Je kan afbeeldingen op je PC naar Google sturen. Google gaat dan zoeken of de foto op andere websites wordt gebruikt. 

Slide 34 - Tekstslide

Upload een plaatje met de volgende voorwaarden in het filter:
groter dan 6MP, zwart-wit en gelabeld voor hergebruik. Welke resultaten krijg je?

Slide 35 - Open vraag

Nu je alle vormen van zoeken kent is het tijd om een 3-tal vragen te maken die gaan over alles wat je hebt geleerd. Gebruik dus vanaf nu al je geleerde kennis om de opdrachten te maken. 

Slide 36 - Tekstslide

1. Welke recepten zonder vlees kan ik voor kerst vinden?

Slide 37 - Open vraag

2. Zijn er spreekbeurten met powerpoints gemaakt over de zoon van Willem van Oranje?

Slide 38 - Open vraag

3. Welke zoekstrategie ga je vaker gebruiken?

Slide 39 - Open vraag

Tot slot een vraag ter voorbereiding van de volgende les.

Slide 40 - Tekstslide

les voorbereidingsvraag:
Hoe bepaal jij of een bron betrouwbaar is?

Slide 41 - Open vraag