Flexles werkwoordspelling les 1

Flexles werkwoordspelling les 1
Welkom 3 havo.
Log in op Lessonup.app met je eigen naam.
Pak je boek, schrift en je Chromebook.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Flexles werkwoordspelling les 1
Welkom 3 havo.
Log in op Lessonup.app met je eigen naam.
Pak je boek, schrift en je Chromebook.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Doel van de les: Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
Hoe bereik je dit doel?
- Wat vind jij moeilijk bij werkwoordspelling?
- Herhaling stappenplan werkwoordspelling
- Oefenen werkwoordspelling
- Tijd over? Huiswerk maken of boek halen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat vind jij moeilijk bij werkwoordspelling?

Slide 3 - Open vraag

Stappenplan werkwoordspelling
Stap 1: Kijk of je ww een persoonsvorm is. (verander de zin van tijd)
Nee? Kies uit de volgende soorten werkwoorden:
- Bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk
- infinitief: na 'te' het hele werkwoord
- Voltooid deelwoord: na hebben/zijn/worden als pv komt het vd. Gebruik bij een zwak werkwoord de verlengproef of 't exkofschip
- Onvoltooid deelwoord: manier waarop iemand iets doet: Al dansend doet Walter de afwas.

Slide 4 - Tekstslide

Vervolg stappenplan
Is je werkwoord een persoonsvorm?
Ja? Kijk naar de tijd. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Tegenwoordige tijd? Vul een vorm van lopen in, ijn[ plaats van het werkwoord. Hoor j ede -t, dan schrijf je de -t.
Verleden tijd?
1. Bepaal of je werkwoord sterk of zwak is (sterk verandert van klank).
2. Sterk: vernader de klank.
3. Zwak: Gebruik het Exkofschip.
Maak de stam (ww min -en) Laatste letter stam in 't exkofschip? ik-vorm +te/ten. Laatste letter niet in 't exKofschip? ik-vorm + de/den.

Slide 5 - Tekstslide

Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.

Slide 6 - Open vraag

Werkwoordspelling:
De hardrijder is (bekeuren).

Slide 7 - Open vraag

WERKWOORDSPELLING
[verbazen]
Dat heeft me altijd __________.

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Mick (switchen) van profiel.

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Heb je nog getwijfeld voor je het bod op je woning (aanvaarden)?

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de werkwoorden: Wanneer je er niet aan (krabben), (verdwijnen) dat puistje vanzelf.

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Floris was uitgeput nadat hij tien banen had (borstcrawlen)

Slide 12 - Open vraag

Heb jij dit team vorig jaar ook (coachen)?

Slide 13 - Open vraag