3 Middenstuk
Opdracht 1
1 De inleiding bestaat uit alinea 1 t/m 3. Aan het eind van de inleiding wordt een vraag gesteld die in het middenstuk beantwoord wordt.
2 Het slot bestaat uit alinea 17. Het is te herkennen aan het signaal Al met al.
3 Het tweede deelonderwerp (Invloed op de eerste taal) begint bij alinea 6.
4 Het derde deelonderwerp (Verband met alzheimer) begint bij alinea 10.
5 Het vierde deelonderwerp (Cognitief vaardiger) begint bij alinea 13.
Dat tweetalige mensen cognitief vaardiger zijn, wordt pas in alinea 14 genoemd.
Alinea 13 leidt echter alinea 14 in en hoort duidelijk niet meer bij het vorige deelonderwerp.