Je krijgt een bingokaart.
Ik lees een beschrijving van een begrip voor.
Jij streept het begrip door dat bij de beschrijving past.
Valse bingo = liedje zingen.
Goede bingo = prijs.
Lees goed je bingokaart door en zoek de begrippen op in de begrippenlijst. Op welke beschrijvingen moet je straks letten?