9.3 Regeling hartwerking 5V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.3: Regeling hartwerking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.3: Regeling hartwerking

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1. Zijn de aders op tijdstip S open of gesloten
2. Zijn de slagaders op tijdstip T open of gesloten?
A
1. Open 2. Open
B
1. Open 2. Gesloten
C
1. Gesloten 2. Open
D
1. Gesloten 2. Gesloten

Slide 3 - Quizvraag

Doel 9.3
Je leert hoe de werking van het hart is geregeld
Je leert hoe je lichaam de verdeling van het bloed regelt



Slide 4 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
(1) Sinusknoop
Een elektrische prikkel start in gespecialiseerde spiercellen (rechterboezemwand).

Slide 5 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
(1) Sinusknoop
De prikkel verpreidt zich over de rechterboezem richting de linkerboezem en de kamers.
De prikkel zorgt er voor dat de spiercellen in de wand van de boezems samentrekken.

Slide 6 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
(2) AV-knoop
Stuurt de elektrische prikkel richting de kamers met een vertraging (0,15 s) zodat de kamers láter samentrekken dan de boezems.

Slide 7 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
(3) Bundel van His: Stuurt de elektrische prikkel naar de punt van de kamers zonder de spiercellen te laten samentrekken.

Slide 8 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
(4) Purkinjevezels: Sturen de elektrische prikkel naar de top van de kamers en laten de spiervezels samentrekken.

Slide 9 - Tekstslide

ECG
Met een ElectroCardioGram (ECG) wordt de elektrische activiteit in het hart gemeten.

Slide 10 - Tekstslide

ECG
= samentrekken
= samentrekken
= ontspannen

Slide 11 - Tekstslide

ECG
Afwijkingen van een normale ECG (met name in het ST segment) wijzen op afgestorven hartspierweefsel en dus op een hartinfarct.

Slide 12 - Tekstslide

Flexibiliteit: HMV
Je hart staat onder aansturing van je hersenen (H13) en hormonen (H12). 
Bij inspanning zorgen die er voor dat het hartminuutvolume toeneemt.
HMV: de hoeveelheid bloed die per minuut door het hart wordt gepompt.
HMV = Hartslagfrequentie * slagvolume.
In rust: 70 (slagen/min) * 70 (mL per slag) = 4,9 L

Slide 13 - Tekstslide

Flexibiliteit: HMV
Bij inspanning nemen zowel de hartslagfrequentie als het slagvolume toe.
Hartslag frequentie 70 -> 196 slagen per minuut
Slagvolume 70 -> 125 mL per slag
Maximale Hartminuutvolume: 196 * 0,125 = 24,5 L


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welk deel van het hart is aangetast en wat zijn de klachten?
A
Rechterkamer - Bloeddruk neemt af
B
Rechterkamer - HMV neemt af
C
Linkerkamer - Bloeddruk neemt af
D
Linkerkamer - HMV neemt af

Slide 16 - Quizvraag

Flexibiliteit: Bloedverdeling
De spieren in de wand van slagaders staan ook onder aansturing van de hersenen (H14).
Hierdoor kan de verdeling van het bloed over de verschillende organen naar behoefte worden aangepast (BRON 11).




Slide 17 - Tekstslide

Is het hartminuutvolume van de kleine bloedsomloop gelijk aan die van de grote bloedsomloop?
A
Nee
B
Alleen in rust
C
Ja, altijd

Slide 18 - Quizvraag

Krijgen de hersenen meer of minder bloed tijdens inspanning?
A
Meer
B
Minder
C
Ongeveer evenveel

Slide 19 - Quizvraag

Doel 9.3
Je hebt geleerd hoe de werking van het hart is geregeld
Je hebt geleerd hoe je lichaam de verdeling van het bloed regelt



Slide 20 - Tekstslide

Begrippen 9.3
prikkelgeleidingssysteem, sinusknoop, AV-knoop, bundel van His, purkinjevezels, elektrische activiteit, P-top, QRS-complex, T-top, hartminuutvolume, slagvolume, verdeling.


Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Leerweg B.
9.3: alle vragen

Slide 22 - Tekstslide