Year 1 lesson 62

Hello!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
Test testweek
Dictionary
Practice
Round up

Slide 2 - Tekstslide

Test testweek
Reading
You are allowd to use a...

Slide 3 - Tekstslide

lesprogramma
Dictionary 

Doel: Je leert een Engels-Nederlands woordenboek gebruiken. 

1. We starten met het alfabet
2. We gaan Engelse woorden op alfabetische volgorde zetten
3. We gaan woorden opzoeken in het woordenboek
4. We gaan kijken naar woorden die niet precies als in de tekst in het woordenboek staan. 
5. Huiswerk voor de volgende les

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de volgende letter?
abcdefghi...

Slide 5 - Woordweb

Wat is de volgende letter?
ghijklmno...

Slide 6 - Woordweb

Wat is de volgende letter?
mnopqrst...

Slide 7 - Woordweb

Zet de volgende letters op alfabetische volgorde: w f o l d v

Slide 8 - Open vraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consult of construct
A
consult
B
construct

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
connect of constrain
A
connect
B
constrain

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
consider of consumer
A
consider
B
consumer

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
thigh of tight
A
thigh
B
tight

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
threat of throat
A
threat
B
throat

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord staat eerder in het woordenboek?
together of treat
A
together
B
treat

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord vind je eerst in een woordenboek? 
Klik aan het woord en sleep dit naar de rode doelen.
Ball
Guitar
Kingdom

Slide 15 - Sleepvraag

Nog een keer oefenen:
Waitress
Since
Tomorrow
Earth
Together
Toad
Zebra
Singer

Slide 16 - Sleepvraag

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 17 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 18 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 19 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 20 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 21 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 22 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 23 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 24 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 25 - Tekstslide

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: mischief

Slide 26 - Woordweb

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: wooden

Slide 27 - Woordweb

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: distribution

Slide 28 - Woordweb

zoek in het woordenboek de NL vertaling op van: usually

Slide 29 - Woordweb

Welke woorden in de volgende zinnen staan niet zo in het woordenboek? 
Hoe staan ze er wel in? 

voorbeeld: 
  • She walks to work every day. 
  • walks
  • The soup is colder than usual. 
  • colder

Slide 30 - Tekstslide

A thousand yellow cars.
A
a
B
thousand
C
yellow
D
cars

Slide 31 - Quizvraag

They are the friendliest people on earth.
A
they
B
friendliest
C
people
D
on earth

Slide 32 - Quizvraag

bought
    got
Strolled      
    Thought
       Went
Balls
      Sneaking
   Mingled

Slide 33 - Tekstslide

Zoek het stamwoord met jouw partner.
Call
Calls
Called
Calling

Slide 34 - Tekstslide

Varianten van 'call'
Call
Called
Calling
Calls

Wat is hier het stamwoord?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Bought
Said
Got
Found
Opdracht:
1. Zoek het stamwoord         op.
2. Schrijf op wat deze
    stamwoorden zijn. 
3. Schrijf daarna deze
    woorden in het
   Nederlands.

Slide 37 - Tekstslide

Stamwoorden van:
said, bought, found, got

Slide 38 - Open vraag

Waar vind je deze onregelmatige werkwoorden? Welk boek?

Slide 39 - Open vraag

Ik kan letters en woorden op alfabetische volgorde zetten.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 40 - Quizvraag

Ik kan Engelse woorden opzoeken in een woordenboek.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 41 - Quizvraag

Ik kan ook woorden die niet precies als in de tekst in het woordenboek staan, opzoeken.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide