H1 - Les 3 Netwerkuitbreiding

H1 Les 3
Netwerken - Netwerkuitbreiding
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 Les 3
Netwerken - Netwerkuitbreiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we allemaal met newerken ?

Slide 2 - Woordweb

Doel van de Les
Je weet wat host rollen zijn
Je kent het principe van Client Server
Je weet wat er met server rollen bedoeld wordt

Slide 3 - Tekstslide

Netwerken verbinden ons
Van alle belangrijke dingen voor het menselijk bestaan, komt de behoefte om met anderen om te gaan vlak onder onze behoefte om het leven in stand te houden. Communicatie is voor ons bijna even belangrijk als onze afhankelijkheid van lucht, water, voedsel en onder­ dak.

In de huidige wereld zijn we door het gebruik van netwerken meer dan ooit tevoren met el­ kaar verbonden. Mensen met ideeën kunnen onmiddellijk met andere mensen communi­ ceren om die ideeën te realiseren. Nieuwsevenementen en ontdekkingen zijn in seconden wereldwijd bekend. Individuen kunnen verbinding maken en games spelen met vrienden die door oceanen en continenten gescheiden zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Host-rollen
Als je van een wereldwijde online community deel uit wilt maken, moet je computer, ta­ blet of smartphone eerst met een netwerk verbonden zijn. Dat netwerk moet dan weer met het internet verbonden zijn.

Alle computers die op een netwerk aangesloten zijn en rechtstreeks aan de netwerkcom­ municatie deelnemen worden als hosts geclassificeerd. Sommige hosts worden ook clients genoemd. De term hosts verwijst echter specifiek naar apparaten in het netwerk waaraan voor de communicatie een nummer toegewezen is. Dit nummer identificeert de host bin­nen een bepaald netwerk. Dit nummer wordt het Internet Protocol (IP} adres genoemd. Een IP-adres identificeert de host en het netwerk waarmee de host verbonden is.

Slide 5 - Tekstslide

Client Server

Een voorbeeld van clientsoftware is een webbrowser, zoals Chrome of FireFox. Een enkele computer kan meerdere soorten clientsoftware draaien. Een gebruiker kan bijvoorbeeld zijn e-mail checken en een webpagina bekijken, terwijl WhatsApp actief is en hij naar een audio-stream luistert.

Slide 6 - Tekstslide

Client Server

Slide 7 - Tekstslide

Server Software
Service 
E-mail

De mailserver draait e-mailsoftware. Clients gebruiken mail-clientsoftware, zoals Microsoft Outlook, om de e-mail op de server te benaderen.

Web

De webserver draait webserversoftware. Clients gebruiken browsersoftware, zoals Windows Internet Explorer, voor toegang tot de webpagina's op de server.

File

De fileserver bewaart de bedrijfs- en gebruikersbestanden op een centrale locatie. De
clientapparaten hebben toegang tot deze bestanden met clientsoftware, zoals Windows Explorer.

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag.....
LEES hoofdstuk 1 opdracht 3

Slide 9 - Tekstslide

Wat is GEEN Server Software Service
A
File
B
Web
C
E-Mail
D
WIFI

Slide 10 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van Clientsoftware

Slide 11 - Woordweb

Clientsoftware
Chrome
FireFox
Packet Tracer

Slide 12 - Tekstslide

Welke netwerk types ken je nu ?

Slide 13 - Woordweb

Netwerktypes
Peer to Peer (P2P)
Client Server

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
MAAK hoofdstuk 1 opdracht 3

Slide 15 - Tekstslide