Hulp bij toiletgang

Ondersteuning bij de uitscheiding
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ondersteuning bij de uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent de observatiepunten bij urine en ontlasting.
  2. Je weet welke hulpmiddelen je kan inzetten bij ondersteuning van de toiletgang.
  3. Je kent materialen die je kan inzetten bij incontinentie.
  4. Je hebt diverse manieren beoefend bij ondersteuning van de toiletgang.

Slide 2 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen voor toiletgang ken je?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Toiletgang
Regelmatig help je cliënten bij de toiletgang. Bij sommige cliënten loop je mee naar het toilet en laat je hen hun gang gaan. Andere cliënten geef je meer hulp. Ook krijg je te maken met cliënten die incontinentiematerialen gebruiken. Als verpleegkundige probeer je de zelfstandigheid zoveel mogelijk te vergroten bij dit proces.

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:00
observatiepunten urine

Slide 5 - Woordweb

observatiepunten urine
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Helderheid
  • Kleur
  • Geur
  • Manier van urineren

Slide 6 - Tekstslide

Wat kun je observeren aan ontlasting?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Je let op:
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Vastheid / Consistentie
  • Geur
  • Samenstelling

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

 Incontinentie
  • Incontinentie betekent onvrijwillig verlies van urine.
  • Incontinentie is geen ziekte maar een gevolg van een lichamelijke of psychische aandoening.
  • Als gevolg hiervan raakt de cliënt ongewild, op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats urine/ontlasting kwijt.
  • Incontinentie komt op alle leeftijden voor zowel bij mannen als bij vrouwen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hulpmiddelen in bed
Metalen po
Po van pulp gemaakt

Slide 12 - Tekstslide

Po / ondersteek
  • Een po of ondersteek gebruik je voor de ontlasting of urineren van cliënten die op bed liggen / bedlegerig.

  • Kan een cliënt wel zitten, help de cliënt dan – eventueel samen met een collega – overeind en zet de cliënt op de po. Zorg dat de cliënt zo stevig mogelijk kan zitten.

Slide 13 - Tekstslide

                   Urinaal 
Een urinaal is een soort fles die je kunt gebruiken om te plassen. Het urinaal heeft een platte kant, zodat deze in bed goed kan liggen. Overleg met de cliënt welke hulp hij nodig heeft. De ene cliënt heeft alleen hulp nodig bij de kleding, de ander bij alle handelingen.

Slide 14 - Tekstslide

 Urinaal voor vrouwen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Voor mannen is er een andere soort incontinentiemateriaal dan voor vrouwen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Leg uit hoe je de zorgvrager kunt helpen bij de toiletgang

Slide 18 - Open vraag

Privacy
Bij de toiletgang is het belangrijk dat je zorgt voor privacy.
hygiene is ook zeer belangrijk.

Wat kun je doen om de privacy te waarborgen?

Slide 19 - Tekstslide

Laat de cliënt weer zoveel mogelijk zelf doen!!!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Na de Pauze:
Vaardigheden te beoefenen:

  1. Ondersteuning van uitscheiding van de zorgvrager op bed.
  2. Ondersteuning van zorgvrager naar toilet met behulp van de tillift en postoel.

Slide 22 - Tekstslide