Hofstelsel vwo 4

Tijd van monniken en ridders
  1. Feodalisme
  2. Hofstelsel
  3. Christendom
  4. Islam
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tijd van monniken en ridders
  1. Feodalisme
  2. Hofstelsel
  3. Christendom
  4. Islam

Slide 1 - Tekstslide

Welke jaartallen passen er bij de Tijd van Ridders en Monniken?
A
500 v. chr. - 500 na chr.
B
500 na chr. - 1000 na chr
C
500 na chr. - 1500 na chr.
D
1000 na chr. - 1500 na chr.

Slide 2 - Quizvraag

Na de volksverhuizingen die leidden tot de val van het West-Romeinse Rijk en de bezetting van Rome, begonnen de middeleeuwen. Welk jaar hoort bij deze gebeurtenissen.
A
124 na chr.
B
303 na chr.
C
476 na chr.
D
567 na chr.

Slide 3 - Quizvraag

Karel de Grote was zonder twijfel de beroemdste koning van de Franken die samenwerkte met de kerk van Rome. Welke beloning kreeg hij in het jaar 800 voor zijn steun aan de kerk?
A
Hij werd door de paus in Rome beloond met het bestuur over kloosters en kerkelijke gebieden.
B
Hij werd door de paus in Rome heilig verklaard en later in de Sint-Pieterskerk begraven.
C
Hij werd door de paus in Rome tot bisschop benoemd met de opdracht de heidenen met geweld te bekeren.
D
Hij werd door de paus in Rome tot keizer gekroond als dank voor zijn bescherming van de kerkelijke gebieden.

Slide 4 - Quizvraag

Na de val van het Romeinse Rijk brak een nieuw tijdperk aan. Welke van de onderstaande beweringen over dit nieuwe tijdperk is juist?

1. Er trokken veel mensen van het platteland naar de steden
2. Het Romeins bestuur werd door de Germanen op dezelfde manier doorgezet.
3. Er werden veel nieuwe wegen aangelegd.
A
1 is juist, 2 en 3 zijn onjuist
B
2 is juist, 1 en 3 zijn onjuist
C
1 en 2 zijn juist, 3 is onjuist
D
Ze zijn allemaal onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De vroege middeleeuwen kenmerken zich door een systeem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan zijn leenmannen. Waar of niet waar?

1. Een bisschop kon ook leenman zijn.
2. Een leenman kon ook leenheer zijn.
A
1 is waar, 2 is niet waar
B
2 is waar, 1 is niet waar
C
1 en 2 zijn beide niet waar
D
1 en 2 zijn beide waar

Slide 6 - Quizvraag

Een probleem van het feodale stelsel was het erfelijk worden van het leen.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

De macht van de Frankische vorsten werd niet alleen van binnenuit bedreigd. Wat was een bedreiging voor de Frankische vorsten van buitenaf.
A
De pest
B
De invallen van de noormannen
C
De invallen van de Turken

Slide 8 - Quizvraag

2. Hofstelsel en horigheid

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.


• Je kunt uitleggen waarom West-Europa grotendeels terugviel op een autarkisch systeem.
• Je kunt uitleggen hoe autarkie en hofstelsel samenhangen.
• Je kent het verschil tussen slavernij in de Griekse en Romeinse Oudheid en horigheid in de       Middeleeuwen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opkomst standenmaatschappij
Noem de drie standen in de juiste volgorde

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video