Luister naar de tekst
1.Wie zijn thuis in het verhaal?
2.Hoe laat is het in het verhaal?
3.Waar heeft Jonathan zin in?
4.Wat vindt Jonathan in de keuken?
5.Wat zegt Nanda dat Jonathan moet doen als hij chips wil?
6.Hoe laat sluit de Jumbo volgens de openingstijden?
7.Waarom kan Jonathan niet naar de Albert Heijn gaan?
ik ben thuis - ik kom thuis / ik ga naar huis
ik heb zin in +noun = ik heb zin in pizza/ een kopje koffie
weten = ik weet het niet
even = wacht even
leeg=vol /ik denk het wel /ik denk het niet\
de winkel is open /dicht/gesloten (sluiten)/ fietsen /de fiets tot ziens